kasteel Weldamme

Onderwater in de Oosterschelde, tussen Kisters- en Lockersnol bij Cauwersinlaag, tegenover de hoek van de dijk bij het Strandje Borrendamme aan het eind van de Boerenweg liggen de resten/fundamenten van kasteel Weldamme en/of bijbehorend gehucht uit de late Middeleeuwen. (Monumentnummer 4674, Weldamme, Borrendamme-West)

GESLACHT WELDAMME
Rond de 14e eeuw lagen in deze omgeving twee gehuchten, Hoog en Laag Weldamme. Omdat er nooit een kerk of een toren heeft gestaan, wordt verondersteld dat de familie Weldamme er een stenen huis bezat. Het was het stamhuis van de familie Van Weldamme. Van het geslacht Weldamme wordt ridder Willem van Weldamme in 1300 genoemd. Kasteel Weldamme lag in de 17e eeuw in de Lockersinlaag (1672), die waarschijnlijk in 1718 doorbroken werd. De plaatsnaam duidt op een dam, in dit geval in een wel of water- loop. Een kasteel gaf de twee gehuchten, die geen kerk hadden, aanzien.
Toponiemen als Weldamme en Borrendamme wijzen op de aanwezigheid en het afdammen van kreken in dit deel van het Zuidland.
Hoog en Laag Weldamme verdwenen in de tweede helft van de zestiende eeuw. De beruchte stormvloeden van 1552 en 1570 eisten hier hun tol. Het wapen is al uit de 16e eeuw bekend en komt voor bij Van Grijpskerke en op de wapenkaart van Smallegange (1696).

EERSTE WAARNEMING
In 1954 deed de Schouwse heemkundige Pieter van Beveren waarnemingen tussen Kisters en Lockersnolle, waar voorheen het Weldammebevang (*bevangen) lag; de in 1672 aangelegde Lockersinlaag ter plaatse ging in 1718 verloren. Hij documenteerde een stenen vloer binnen zwaar muurwerk met een breedte van 1,70 meter. Uit de jaren 1997-2003 stammen vondstmeldingen van bakstenen.
In 2003 werd ook een melding gedaan door A.J. Guiran (Rotterdam) van grote bakstenen, aangevreten door schelpdieren.
Op luchtfoto's uit 1989 en 2003 zijn aanwijzingen zichtbaar voor aanwezigheid van archeologische resten ten noorden van het monument: een donkere vlek in de vorm van 2 haaks op elkaar staande rechthoeken. Deze gegevens sluiten aan bij die van dhr. Guiran.
In maart 2004 werd door N. de Visser (Provincie Zeeland, Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, afd. Archeologie) nader onderzoek ingesteld. In maart 2004 heeft bij zeer laag tij en aflandige wind een terreinverkenning plaatsgevonden. In een waadpak is overal binnen en ten noorden van het monument de aanwezigheid van 'vaste stenen' vastgesteld (Gevoeld; geen vaste waarneming). Het is niet met zekerheid te zeggen hoever zeewaarts zich de fundamenten en puinfragmenten voortzetten. Met een guts werden noordelijk van het monument veenputten aangetoond
Het terrein is sindsdien aangemerkt als terrein van Hoge Archeologische Waarde. Na de voltooiing van de Stormvloedkering Oosterschelde (1986) ligt de locatie echter permanent onder water en zijn de fundamenten in hoge mate aangetast door de vraat van Japanse oesters en boormossels, hetgeen ook het geval is in andere verdronken nederzettingen in de Oosterschelde, zoals Oud-Hamerstee.
(Foto: Lieven Braber - Braber, Lieven (1944-1971), Zeeuws Archief, Verzameling L. Braber, nr 7-30-2)

De naam Weldamme leeft voort in de Weldamseg ten zuidwesten van Zierikzee. Deze weg, in het verlengde van de Levensstrijdweg, langs Cauwersinlaag tot aan de parkeerplaats bij het strandje Levensstrijd, liep vroeger door tot aan het Havenkanaal. Bij de herinrichting van het natuurgebied ten zuiden van Zierikzee in 2013/2014 werd dit laatste stuk van de Weldamseweg in dit natuurgebied verwijderd. Op luchtfoto's is een stukje ervan in dit natuurgebied nog te zien.
pagina aangemaakt: 28-07-2025
laatst gewijzigd: 28-07-2025