Neem contact op
Postbus 115
4300 AC  Zierikzee

ZIERIKZEE-MONUMENTENSTAD


dossier: Stadhuiscarillon

Het Zierikzeese stadhuiscarillon. Sfeerverhogend en sinds de 16e eeuw niet weg te denken uit het straatbeeld van de stad. Wekelijks bespeeld stadsbeiaardier Janno den Engelsman met veel plezier het carillon op donderdagmorgen tijdens marktdag tussen 10.30 uur en 11.30 uur en stort dan als een zachte deken prachtige melodieën over de historische stad. 
Maar niet alleen op de donderdag is het carillon te horen. Ook op de zaterdag voor Pinksteren wanneer de jaarlijkse beiaard-dag plaatsvindt. In de zomermaanden organiseert de stichting Zierikzeese Carillons in samenwerking met de stadsbeiaardier en het Stadhuismuseum een viertal concerten op de zaterdagmiddag. Het carillon wordt bij bijzondere gelegenheden ingezet op feestdagen ten dienste van de stad of ten dienste van het Stadhuismuseum, zoals bijvoorbeeld bij de opening van een expositie.
Voor de ras-echte Zierikzeeënaar is het carillon, net zoals de karakteristieke 'dikke toren' (Sint Lievensmonstertoren), niet weg te denken uit zijn/haar stad.
BENAMING
Volgens de definitie van de Beiaard Wereld Federatie (World Carillon Federation) is sinds 2011 een beiaard een muziekinstrument bestaande uit op elkaar afgestemde bronzen klokken en bespeelbaar door middel van een stokkenklavier. 
CARILLON
Een beiaard, carillon of klokkenspel is een met een klavier bespeelbaar muziekinstrument, bestaande uit één of meerdere series klokken. Een beiaard bestaat uit ten minste 23 gegoten bronzen klokken in vaste ophanging, afgestemd in chromatische volgorde (dat wil zeggen, in halve tonen) die men samen harmonisch kan laten klinken. Gewoonlijk bevindt het instrument zich in een toren. In torens wordt het instrument zowel bespeeld met een klavier, met houten stokken en pedalen die zijn aangesloten op klepels, als door een automatisch speelwerk, dat kan zijn aangesloten op hamers aan de buitenkant van de klokken of op het klavier en daardoor op de klepels in de klokken. De beiaard is het zwaarste van alle bestaande muziekinstrumenten: bij de grootste exemplaren kan het gewicht van de klokken alleen al oplopen tot 100 ton. De grootste concentratie van beiaarden is nog steeds te vinden in de Lage Landen: Nederland, België en de Franse Nederlanden. Er bevinden zich twee grote beiaarden in Portugal in het Mafra-klooster met samen 92 klokken in beide beiaarden samen.
Alleen beiaarden van ten minste 23 klokken dan wel met een klokkenreeks die zich chromatisch of diatonisch uitstrekt over ten minste twee octaven, komen in aanmerking om carillon genoemd te mogen worden (dat wil zeggen twee chromatische octaven, zonder Cis en Dis in het laagste octaaf) of zoals het oudste carillon in Nederland met een stokkenklavier, van Monnickendam met slechts 15 klokken dus diatonisch over twee octaven.Het woord carillon is een verbastering van quadrillon. In dat woord is het getal vier te herkennen. Het betekende oorspronkelijk een wekkering of voorslag, vier klokjes die een melodietje speelden om de uurslag aan te kondigen. Een beroemd voorbeeld daarvan vindt men in Engeland waar veel torens de Westminster chimes laten horen zoals op de Big Ben in Londen.

Het woord beiaard komt wellicht van het oudere woord beieren, waarmee bedoeld werd dat men verschillende klokken kon doen luiden door met riemen aan de klepels te trekken of er met hamers op te slaan (door een beierman). Ook zijn er mensen die beweren dat het woord beieren is afgeleid van baaierd, een verouderd woord voor chaos of 'de toestand van de aarde voor de schepping'. De beiaardier M/V. is dan degene die in deze wirwar van klanken orde aan moet brengen.
ONTSTAAN
Het instrument is in de Lage Landen in de 16e eeuw ontstaan, toen de rijkere steden hun belforten en kerktorens niet alleen voor het oog verfraaiden, maar ook een nieuw geluid toevoegden aan de torenklokken. De eerste echte beiaard zou gebouwd zijn in Oudenaarde in 1510.

Het was het resultaat van de voorafgaande evolutie op drie zaken:
1. Een verbetering van de giettechniek van bronzen klokken. Men slaagde er steeds beter in om aan klokken een juiste, en min of meer vooraf bepaalde toonhoogte mee te geven.
2. Een technologische evolutie in het raderwerk voor het overbrengen van bewegingen naar hamers, klepels, klokken. Wellicht is het daarom dat de eerste beiaarden ontstonden in steden die ook sterk stonden in de weef- en textielindustrie, waarvoor ook vrij ingewikkelde machines werden gebruikt. Naar analogie met het weefgetouw noemt men trouwens de gespannen horizontale draden tussen klavier en klok de schering.
3. Een nauwkeuriger tijdmeting. Het bekendmaken aan de stedelingen van het juiste uur, had een regulerende functie. Het aantal slagen van een luidklok gaf het uur aan. Omdat de burgers niet van tevoren wisten (ze hadden immers geen horloge) wanneer de klok zou slaan, moesten ze worden "verwittigd" om het aantal slagen te tellen. Dit verwittigen gebeurde door een "voorslag" van enkele kleinere klokjes. Het uitbreiden van die voorslag tot meerdere klokken van verschillende toonhoogte gaf de mogelijkheid kleine melodieën ten gehore te brengen. Als die klokken werden verbonden met een "stokkenklavier", waarop men manueel kon spelen, was er sprake van een beiaard of carillon.
Bovendien was de politieke situatie van Vlaanderen onder Margaretha van Oostenrijk en keizer Karel gunstig, met de relatieve vrede en rijkdom en de macht van de steden.

Begin 16e eeuw raakte de techniek in de grote Vlaamse steden verspreid, vanaf de tweede helft van de 16e eeuw sloeg de "mode" ook aan in de Noordelijke Nederlanden. Uit stadsrekeningen blijkt dat er met het bestellen van een beiaard vaak prestige gemoeid was. Het bleef wel een typisch instrument van de lage landen en Noord-Frankrijk. Uitzonderlijk vindt men het ook elders, maar dan als "curiosum" door heersers uit de lage landen meegebracht of geïmporteerd. Voorbeelden hiervan zijn de kathedraal van Sint-Petersburg of het paleis in het Portugese Mafra, een bestelling van koning Johan V van Portugal.
Jaap Roskam
17e EEUW
Later werd de techniek steeds meer verfijnd: het aantal klokken nam toe, verbeteringen in de overbrengingstechniek, het aanbrengen van een "speeltrommel" om de tijd automatisch aan te geven en vooral het zuiverder stemmen van de klokken inclusief de boventonen van die klokken. Onder meer de beroemde klokkengieters, de gebroeders Hemony, die samenwerkten met de Utrechtse fluitspeler/beiaardier Jacob van Eyck in de 17e eeuw, ontwikkelden een techniek van het "stemmen" van klokken door het precies uitdraaien van iets te dik gegoten klokken in concentrische ringen op welbepaalde afstanden van elkaar in de klok. De toonhoogtes van de meerdere boventonen in een klok werden geverifieerd door middel van een klankstavenspel waarop zandkorrels lagen die bij het resoneren gingen bewegen in Chladni-patronen. Zodoende kon men de dikte van de klokwand aanpassen waarbij de juiste toonhoogte van alle boventonen werd bereikt. De Hemony's, die in een voormalig klooster in Zutphen hun atelier hadden, goten hun eerste beiaard voor de Wijnhuistoren te Zutphen in 1644. Spoedig volgden opdrachten voor beiaarden in Deventer, Enkhuizen, Doesburg, Amsterdam etc.
Ook de speeltrommel werd meer en meer geperfectioneerd, Jurriaan Spraeckel speelde hierbij regelmatig een belangrijke rol: naarmate het aantal klokken en de gecompliceerdheid van de composities en arrangementen toenam, moest er ook telkens een bredere speeltrommel met meer verticale sporen rond de trommel worden gemaakt. Een hoogtepunt in de beiaardcultuur werd bereikt rond 1750. Verschillende steden hadden meerdere beiaarden die elkaar beconcurreerden in omvang en pracht. Behalve beiaardspel door de beiaardier weerklonk op geregelde tijdstippen het klokkenspel, als onderdeel van de tijdsaanduiding. Achtmaal per uur was geen uitzondering. Aangezien de uurwerken van de verschillende klokkentorens niet precies gelijk liepen, was er wel altijd ergens een automatische beiaard actief. Reisverslagen van buitenlandse bezoekers hebben het over de Nederlanden "vol vrolijke klanken", maar ook over voortdurend hinderlijk "geklingel en geklep". Een soort muzak avant la lettre dus.
Carillon
Hoe vaker muziek moest klinken, hoe meer horizontale rijen of maten van "gaten gevuld met nootjes of pennen" een speeltrommel moest bevatten: hoe meer klokken de beiaard telde, hoe meer verticale sporen rond de trommel telde. Het bouwen (vaak ook het gieten) van zo'n omvangrijke trommel met bijbehorende in te schroeven nootjes werd een specialiteit op zich. François Hemony goot in 1661 de grote speeltrommel in Kampen en ook de speeltrommel in de Munttoren werd door Pieter Hemony gegoten. In 1748 bouwden Jan en Antoine de Hondt een trommel van twee meter doorsnede: 250 maten en 123 sporen (2 tot oorspronkelijk 6 sporen per klok) voor het Belfort van Brugge. Hendrik Joltrain dreef rond die tijd de capaciteit nog op door de trommel na één omwenteling langs de lichters, (het lichterbed) één spoor te doen opschuiven, gestuurd door het torenuurwerk. Tijdens de eerste omwenteling bespeelden de even sporen het klokkenspel waarop dan de melodie van het hele uur stond genoteerd en tijdens de tweede omwenteling de oneven sporen die de korte melodieën voor het halve uur en de kwartieren lieten horen. Een exemplaar van zo'n trommel is nog actief (2012) bij de beiaard op de Sint-Gummarustoren te Lier. Ook het Zeeuwse Middelburg had zo'n springtrommel op de Abdijtoren (of "Lange Jan") tot het bombardement op Middelburg op 17 mei 1940.

Het versteken van de nootjes om een andere melodie te laten horen was dus een heel karwei; soms met twee of drie man meerdere dagen in de toren. Meestal was dit ook de taak van de stadsbeiaardier; hij maakte ook het arrangement van het nieuwe repertorium. Met zijn pennen ("enen") en gaatjes ("nullen") programmeerde hij zo eigenlijk de oudste vorm van een computer. Hij moest zowel horizontaal, het samenklinken van akkoorden, als verticaal het ritme en verloop van de melodie, in de gaten houden, daarbij rekening houdend met de technische beperkingen van het instrument en de snelheid waarmee de trommel afgesteld was bij het draaien. In de 17e eeuw met relatief kleine beiaarden was het nog gebruikelijk de melodie om de twee maanden te wijzigen naargelang de gelegenheid, dikwijls met melodieën bij het bijbehorende kerkelijke feest of tijdvak. In de protestantse gewesten werd meestal een psalm op het hele uur gezet. Er werd alleen een uitzondering gemaakt in tijden van strenge vorstperiodes. In de maand mei werd op veel plaatsen op het hele uur een 'meilied of meideun' verstoken. In Gouda op de Sint-Jan gebeurt dit anno 2012 nog steeds.
VERMINDERDE AANDACHT
Het versteken van de melodie werd op het einde van de 18e en zeker in de 19e eeuw op veel plaatsen verwaarloosd en teruggebracht tot één versteek (vaak in de stille week voor Pasen) per jaar, dit mede omdat het zo'n omvangrijk werk was. (Begin 21e eeuw wordt in Nederland op de meeste oude trommels tweemaal per jaar verstoken in voor- en najaar.)
Klokken verwijderen stadhuiscarillon
Met de Franse Revolutie kregen de beiaarden, vooral in de Zuidelijke Nederlanden een zware klap. Vele klokken werden geroofd, omdat de kerkelijke goederen in beslag werden genomen, al was hiertegen verzet van de bevolking. In tijden van oorlogen probeerde men klokken te verstoppen, of de klokken van de beiaard los te koppelen, zodat ze als "luidklok" behouden konden blijven. Veel door de vijand geroofde klokken werden gebruikt om versmolten te worden voor de oorlogsindustrie; brons was schaars in oorlogstijd. 
Dit gebeurde ook nog tijdens de Tweede Wereldoorlog in heel Nederland. In België werden de meeste beiaarden gespaard van vordering, wel gingen veel luidklokken naar de oorlogsindustrie in Hamburg. Na de oorlog bleken nog veel klokken uit Nederland en België in de opslag aanwezig. In 1946 verrichtte de Amerikaan Persival Price er onderzoek naar. Een transport van klokken in een schip was gesaboteerd door het in het IJsselmeer af te zinken bij Urk. Na 1945 werd dit schip gelicht en werden de klokken teruggegeven aan hun eigenaren. Ook de klokken uit de opslag in Duitsland kwamen bij hun eigenaren terug. Toch was er veel verloren gegaan.
Met de Franse Revolutie kregen de beiaarden, vooral in de Zuidelijke Nederlanden een zware klap. Vele klokken werden geroofd, omdat de kerkelijke goederen in beslag werden genomen, al was hiertegen verzet van de bevolking. In tijden van oorlogen probeerde men klokken te verstoppen, of de klokken van de beiaard los te koppelen, zodat ze als "luidklok" behouden konden blijven. Veel door de vijand geroofde klokken werden gebruikt om versmolten te worden voor de oorlogsindustrie; brons was schaars in oorlogstijd. Dit gebeurde ook nog tijdens de Tweede Wereldoorlog in heel Nederland. In België werden de meeste beiaarden gespaard van vordering, wel gingen veel luidklokken naar de oorlogsindustrie in Hamburg. Na de oorlog bleken nog veel klokken uit Nederland en België in de opslag aanwezig. In 1946 verrichtte de Amerikaan Persival Price er onderzoek naar. Een transport van klokken in een schip was gesaboteerd door het in het IJsselmeer af te zinken bij Urk. Na 1945 werd dit schip gelicht en werden de klokken teruggegeven aan hun eigenaren. Ook de klokken uit de opslag in Duitsland kwamen bij hun eigenaren terug. Toch was er veel verloren gegaan.

In het noorden verminderde ook het aanzien van de beiaard in de 19e eeuw. Behalve het reeds vermelde (te) omslachtige versteken van de melodieën, werd het aantal bespelingen van vier keer tot éénmaal per week teruggebracht, meestal tijdens de weekmarkt. Bespelingen werden geschrapt, niet alleen omdat de beiaardmuziek als "frivool" werd ervaren maar ook omdat het bespelen van een beiaard als (te mijden) "zware arbeid" werd bestempeld, wat niet geheel onterecht was: slecht onderhouden beiaarden vergden inderdaad heel wat fysieke inspanningen bij het bespelen, soms na een vermoeiende torenklim. In de noordelijke Nederlanden werden het aantal bespelingen meestal terug gebracht tot één per week op de marktdag en het versteken wat tot dan elke maand gebeurde werd terug gebracht ot één of twee maal per jaar. Ook de zo geprezen techniek van het stemmen van klokken raakte verloren. Voor musici die meestal ook de orgels in de kerken van een stad bespeelden, was er ook meer en lucratiever werk in concertzalen en huiskamers dan op een tochtige toren. Vaak waren organisten ook dirigent van de plaatselijke muziek vereniging zoals harmonieorkesten en koren.
HERNIEUWDE INTERESSE
Vanaf eind 19e eeuw, met de neogotiek kreeg de beiaard meer aanzien terug. Mede dankzij het "heruitvinden" van de techniek van klokkenstemmen door de Engelse kanunnik Arthur B. Simpson, en iets eerder in Frankrijk door Amédée Bollée en zonen. Die wisten in 1874 door het gieten en stemmen van een carillon op de toren van de Johannes de Doperkathedraal in Perpignan een min of meer zuiver gestemde beiaard af te leveren. Jef Denyn had ook een groot aandeel in de heropleving van de beiaard, onder meer door een reeks avondconcerten op de beiaard van de Sint-Rombouts in Mechelen te starten. Treinladingen mensen kwamen erheen om te luisteren naar dit wonderlijke spel in de avond.

De beiaard ontwikkelde zich ook meer en meer als een zelfstandig instrument, los van torenuurwerken of kerken. Meestal was het een prestigeproject van rijke edellieden, of mecenassen. Een beroemd voorbeeld is de beiaard in de universiteitsbibliotheek van Leuven. Het instrument telde (oorspronkelijk) 48 klokken, omdat de bibliotheek na de brand tijdens de Eerste Wereldoorlog werd herbouwd met geld van de (destijds nog) 48 staten van Amerika. Ook Rotterdam kreeg op het stadhuis een grote beiaard in 1920, geschonken door rijke inwoners: de gebroeders van Ommeren van het gelijknamige havenbedrijf. Het stadhuis bleef bij het bombardement op Rotterdam in 1940 gespaard, de klokken werden echter door de Duitsers geroofd. Na de oorlog kwam er een nieuw instrument. Een ander voorbeeld is een reizende beiaard, die op een wagen is geplaatst, zodat hij kan meerijden in optochten of folkloristische stoeten en concerten kan geven op elke gewenste locatie. De laatste jaren werden er ook demontabele reizende beiaarden gebouwd die in een aanhanger kunnen worden vervoerd. Reizende carillons zijn meestal eigendom van een klokkengieterij of particulier. Sommige gerenommeerde beiaardiers waaronder Boudewijn Zwart, Frank Steijns en in Vlaanderen Koen van Assche bezitten zo'n instrument. Deze laatste spreekt van een 'bronzen piano'.
Unesco logo
UNESCO
Unesco - de VN-organisatie voor onderwijs, wetenschap, cultuur en communicatie - erkent sinds november 2014 de beiaardcultuur in België als beste praktijk in het beschermen van immaterieel cultureel erfgoed. Op 18 september 2015 werd de oorkonde door Unesco overhandigd in het Brusselse stadhuis. In augustus 2014 werd bekendgemaakt dat de beiaardcultuur in Nederland wordt erkend als immaterieel (cultureel) erfgoed.
Janno den Engelsman
STADHUISCARILLON
Het huidige carillon wat wekelijks op donderdag wordt bespeeld door de stadsbeiaardier bestaat uit 36 klokken met de tonen c2 (272kg),-d2-chrom-c5. Er zijn 15 klokken van Taylor (Engelstalige link) uit Loughborough in Engeland en de overige zijn van Koninklijke Eijsbouts uit het Brabantse Asten. Ter verfraaiing van het uiterlijk van de toren zijn een aantal klokjes in de vensters van de toren gehangen. Zes hiervan maakten tot 1963 deel uit van het Taylor carillon en twee andere die er nu tussen hangen zijn van Gillett&Johnston en werden in 1927 gegoten voor de Jan van Schaffelaartoren van de Oude Kerk in Barneveld.

GELUIDSOVERLAST
Op 22 oktober 2019 wordt een raadsvoorstel gedaan voor een wijziging in de Algemene Plaatselijke verordening (APV) voor het legaliseren van de overschrijding van de geluidsnormen door het carillon.
Bij de behandeling van een handhavingsverzoek is gebleken dat het carillon de geluidsnormen, zoals bedoeld in artikel 4.5 van de APV overschrijdt.
In de APV kan een uitzondering op de geluidsnormen worden opgenomen. Dat is op dit moment in lid 3 gedaan voor onversterkte muziek vanwege het oefenen door muziekgezelschappen zoals orkesten, harmonie- en fanfaregezelschappen gedurende 10 uur per week.
Voorgesteld wordt om een nieuw lid 3a in de APV op te nemen, waarbij de uitzondering wordt opgenomen voor de duur van 4 uur in de week voor de onversterkte muziek vanwege het bespelen van een carillon gedurende de dagperiode vanaf 8.00 uur tot 19.00 uur en de avondperiode vanaf 19.00 uur tot 22.00 uur. Er is dan geen sprake meer van overschrijding van de geluidsnormen van artikel 4.5 van de APV door het carillon.
Wanneer de APV is aangepast, is er niet langer sprake van een overschrijding van de geluidsnormen.
COMMISSIEVERGADERING
In de commissievergadering van 7 november 2019 werd dit belangrijk historisch raadsvoorstel besproken. Insprekers waren mevr. Potman namens een groep klagers van geluidsoverlast stadhuiscarillon en dhr. Brul namens de stichting Zierikzeese Carillons.

Mevr. Potman:
Mevr. Potman sprak namens een aantal buurtbewoners uit het centrum van Zierikzee. Ongeveer een jaar geleden hebben ze een klacht ingediend over geluidsoverlast van het carillon en de klokken 's nachts. 
Er zijn meerdere gesprekken gevoerd met beleidsmedewerkers, wethouders en de burgemeester van de gemeente Schouwen-Duiveland. 
Sinds een week of twee is de klok aangepast. De klok slaat 's nachts op de halve uren nog maar één keer in plaats van alle slagen. Mevr. Potman geeft aan dat voor haar uit zakelijk oogpunt de klok 's nachts uit mag. Zij heeft een B&B en gasten klagen dat zij 's nachts wakker worden van de klok. Maar ook toename van het aantal kleine kinderen in de binnenstad die van het geluid niet kunnen slapen is volgens buurtbewoners een punt. Aan het carillon is decennia lang geen wijziging geweest. Ook het 'zachter zetten' van het carillon is niet mogelijk of is een hele dure optie. 
Afgelopen jaar zijn er geluidsmetingen gedaan en daaruit bleek dat het carillon de wettelijk toegestane geluidsnormen overschrijdt. Het carillon speelt nu vanaf 08.00 uur tot 22.00 uur op het hele uur het hele lied. 
Mevr. Potman geeft aan dat zij en haar buurtbewoners absoluut fan zijn van het carillon en zij willen ook niet dat het carillon weggaat, maar stellen wel aanpassingen voor. In gesprekken die zijn gevoerd hebben zij meerdere voorstellen gedaan. Bijvoorbeeld:
- het carillon te laten spelen tijdens openingstijden van winkels (09.00-18.00 uur) met uitzondering van donderdagavond (koopavond) en zaterdag
- of de kwartieren eraf dat er enkel nog gespeeld wordt op hele en halve uren
- of dat hij wat zachter kan
- of een trial met andere tijden
Mevr. Potman geeft aan dat ondanks de overschrijding van de geluidsnorm de gemeente ervoor heeft gekozen om niet te handhaven. De gemeente stelt een aanpassing voor op de APV, wat volgens haar niet het probleem oplost van de geluidsoverlast.

Dhr. Brul:
Dhr. Brul, secretaris van de stichting Zierikzeese carillons, geeft aan de de Nederlandse carillon en beiaard-cultuur en daarmee de Zierikzeese is uniek in de wereld. Het carillon is klinkend cultureel erfgoed. Voor Zierikzeeënaars die hier hun hele leven wonen maakt het klokkenspel van de stadhuistoren en Zuidhavenpoort deel uit van hun leven. Ook zogenaamde 'import-Zierikzeeënaars' en toeristen zijn zeer gecharmeerd van de klanken en melodieën van de carillons. Hij vindt ook dat wij deze klinkende monumenten in stand moeten houden. Hij zegt dat je er niet aan moet denken dat er een stuk van de Nobelpoort of het Stadhuis wordt afgebroken. Zo voelt het ook niet goed als er aan de carillons wordt gemorreld, wat onlangs is gebeurd zonder dat daarvan de beiaardier of de stichting Zierikzeese carillons op de hoogte is gesteld. 
Dhr. Brul denkt ook dat de mensen die (nieuw) onder de toren zijn gaan wonen, juist die klachten hebben geuit. De stichting Zierikzeese Carillons en beiaardier Janno den Engelsman zijn verheugd met het voorgenomen besluit van B&W om het Stadhuiscarillon te vrijwaren van geluidsnormen en de APV daartoe te wijzigen zoals meer gemeenten in Nederland dat gedaan hebben of gaan doen. De beiaardier heeft hierover uitgebreide informatie aan de gemeente toegezonden.
Er zijn gesprekken geweest tussen de stichting Zierikzeese Carillons met gemeente en klagers, maar er is geen oplossing gevonden. Er is door de stichting gekeken naar hoe andere steden die met dit probleem zaten zijn omgegaan en in alle gevallen is daar gekozen voor aanpassing van de APV.

ZUIDHAVENPOORT
In de Zuidhavenpoort draait de speeltrommel voorafgaand aan de uurslagen op het hele en halve uur. Op weekdagen om 1 minuut voor 08.00 uur tot 1 minuut voor 22.00 uur.
Op zaterdag en zondag begint het op beide dagen een uur later. De klokslagen klinken 24 uur per dag. De tijd wordt voluit aangegeven op het hele uur door de laagst klinkende klok en voluit op het halve uur door een hoogst klinkende klok van de Zuidhavenpoort. De lengte van de versteek voorafgaand aan het hele en halve uur is circa 30 seconden. Minimaal 2 maal per jaar wordt de speeltrommel verstoken en wordt dan voorzien van nieuwe melodieën.

STADHUISTOREN
De automatische muziek voorafgaand aan de klokslagen op het hele en halve uur is hetzelfde als bij de Zuidhavenpoort 1 minuut voor 08.00 uur tot 1 minuut voor 22.00 uur. Op de kwartieren 15 en 45 een kort signaal van ongeveer 5 seconden en op de hele en halve uren een signaal van 15 tot 20 seconden. 
Voor wat betreft de kwartieren is er nu een handreiking aan de klagers gedaan door de melodieën maar een aantal seconden te laten klinken. 
De melodieën wisselen per 3 weken. Rond koningsdag, 4 & 5 mei, Sinterklaas en Kerstmis klinkt passende muziek. Het carillon van de Stadhuistoren wordt am vanaf de 16e eeuw met de hand bediend door een stadsbeiaardier. De huidige stadsbeiaardier Janno den Engelsman bespeeld wekelijks op donderdag (marktdag) het carillon vanaf 10.30 uur tot 11.30 uur. Op de zaterdag voor Pinksteren vindt jaarlijks een beiaard-dag plaats. In de zomermaanden organiseert de stichting Zierikzeese Carillons in samenwerking met de stadsbeiaardier en het Stadhuismuseum een viertal concerten op de zaterdagmiddag. Het carillon kan bij bijzondere gelegenheden worden ingezet bij feestdagen ten dienste van de stad of ten dienste van het Stadhuismuseum, zoals bijvoorbeeld bij de opening van een expositie. Het totaal aantal bespelingen op de donderdag is 52 x 1 uur, op de zaterdagmiddag-concerten in de zomer 4 x 1 uur, de beiaard-dag circa 3 uur en meestal in combinatie met andere muziekkorpsen van het eiland. De automatische muziek is bij elkaar opgeteld ongeveer 70 minuten per week. Gemiddeld klinkt er over een jaar 2 uur beiaardmuziek. 
Dhr. Brul geeft aan dat er helaas geen volumeknop op de klokken zit en technisch gesproken is het niet mogelijk om het geluid te dempen voor de uren dat men het geluid zachter wil. 

Burgemeester Rabelink:
Burgemeester Rabelink geeft aan dat voordat het bij de burgemeester komt in het kader van handhaving er al een traject aan voorafgaan is met de verantwoordelijke wethouder Van Burg over het monument. Zij heeft, met een afvaardiging van het College, gesproken met diverse partijen en ook de burgemeester heeft daarna een gesprek gehad met betrokken partijen en die kwamen er onderling niet uit.
Dan staat het College voor een enorm dilemma. Dan krijg je ook reacties uit de samenleving die duidelijk aangeven dat het carillon hoort bij Zierikzee, is van Zierikzee en moet van Zierikzee blijven. Gaat het individueel belang voor het algemeen belang. Het College heeft de keuze gemaakt om het algemeen belang te laten prevaleren op basis van andere gemeenten waar wordt gerefereerd aan precies dezelfde problematiek aanwezig is. Er is besloten op basis van het verzoek om handhaving niet anders kon dan de APV aan te passen om het carillon op bestaande wijze te laten functioneren. Daartoe is besloten ligt het raadsvoorstel voor de gemeenteraad van Schouwen-Duiveland.
Verder merkt de burgemeester op dat het gebruik van de klokken in noodsituaties niet aan de orde is. 

Wethouder van Burg:
Wethouder van Burg geeft aan dat er gesprekken zijn gevoerd en dat er is gekeken naar allerlei mogelijkheden om de ervaren geluidsoverlast te beperken. Er is de klagers tegemoet gekomen door het aantal slagen van de klok op de halve uren te beperken tot 1 slag. Het zijn korte deuntjes en het college heeft niet overwogen om de tijd van 08.00-22.00 uur in te perken. Er zijn mensen die op verschillende momenten genieten van het carillon en ook niet iedere baby wordt wakker van het carillon. 

Het stuk gaat als bespreekstuk door naar de gemeenteraad van 21 november 2019

GEMEENTERAADSVERGADERING
De gemeenteraad stemt op 21 november 2019 in met het voorstel tot (5e) wijziging van de Algemene Plaatselijke Veroordering (APV) 

BRON-INFORMATIE
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Stadhuis_van_Zierikzee
- https://www.klokkenspel.org
artikel geplaatst: 07-11-2019
laatst gewijzigd: 21-11-2019

Share by: