streekdracht

Zeeland had een grotere verscheidenheid in klederdrachten dan de overige Nederlandse provincies. Deze verscheidenheid is vroeger ontstaan door het geringe contact tussen de verschillende eilanden en streken, waardoor iedere dracht zich op zijn eigen manier kon ontwikkelen. Het is moeilijk een algemeen beeld te geven van een klederdracht. Hoewel in een bepaalde streek dezelfde dracht gedragen werd, bestonden er onder de dragers en draagsters ongetwijfeld veel kleine en grotere verschillen. Bovendien is de dracht niet altijd hetzelfde gebleven; vanwege de mode was ze continu in verandering.


DE VROUW

Met hun witte sluiermutsen en donkere japonnen droeg de vrouw op Schouwen-Duiveland een karakteristieke streekdracht. Omdat een elite van rijke boeren en boerinnen de toon zette, ontwikkelde de streekdracht hier zich in de negentiende eeuw dicht tegen de burgermode aan.

Op Schouwen-Duiveland en de andere eilanden in het noorden van Zeeland – overigens ook in het Land van Cadzand – was de invloed van de stadse mode relatief groot. De rijke boeren die er woonden konden zich meer modieuze nieuwtjes veroorloven dan de boeren op Walcheren, Zuid-Beveland en in het Land van Axel, die wat armer waren. Zo ontstonden verschillen in kleedstijl tussen de diverse regio’s.


Rond 1800 ging de vrouw op Schouwen-Duiveland – net als elders in Zeeland – gekleed in een jak, beuk, doek, meerdere rokken en een schort. Op het hoofd droegen ze een witte onder- en bovenmuts. De bovenmuts – een hul – sloot nauw aan om het hoofd.

KORNETMUTS

De regionale verschillen werden allereerst zichtbaar in de vrouwenmutsen. Bij vrouwen op de noordelijke eilanden werd in de jaren na 1820 de kornetmuts populair. Ze volgden daarin de empiremode van de burgervrouwen uit de steden. Wel bleven ze in de ondermuts het oorijzer met gouden krullen dragen. Behalve de muts namen de vrouwen ook de kaphoeden uit de burgermode over.

SLUIERMUTS EN JAPON

De relatief kleine kornetmuts met kanten strook kreeg al snel een bredere strook die tot op de schouders viel. Dergelijke sluiermutsen waren een teken van welstand, want de brede kanten rand was duur. Welgestelde boerinnen schaften bovendien een japon aan. Was deze vooralsnog modieus, latere generaties zouden steeds ouderwetsere modellen dragen.

Rond 1850 had zich op Schouwen-Duiveland een eigen karakteristiek kostuum ontwikkeld. Het vertoonde grote overeenkomsten met dat van de andere noordelijke eilanden: Noord-Beveland, Tholen en Sint-Philipsland. Overal werd dezelfde combinatie gedragen van japon en witte sluiermuts met oorijzer en gouden krullen. Wel waren er varianten per dorp of beroepsgroep. Zo werden de sluiermutsen op Duiveland, in het bijzonder in Bruinisse, op een iets andere wijze gedragen dan op Schouwen.

Op de noordelijke eilanden ontstond ook een onderscheid in kleding van boerenvrouwen en burgervrouwen. Op Noord-Beveland was de burgerdracht weelderiger dan de boerendracht. Op Tholen en Schouwen-Duiveland was dat andersom. Vrouwen uit de middenstand op Schouwen-Duiveland droegen onder meer een kortere strook zonder kantenrand aan hun muts en op zondag geen hangers aan de krullen.

De zondagse kleding verschilde van die voor doordeweeks. Bij het werk werd oude kleding afgedragen. De mooie kostuums van dure stoffen met kostbare sieraden werden voor de zon- en feestdagen bewaard. Een typisch mutsje op Schouwen-Duiveland dat doordeweeks werd gedragen in plaats van de sluiermuts was de aekmusse: een gehaakt of deels gebreid bovenmutsje van wit katoen.


KANT

De lengte van de zondagse sluiermuts was aan een eigen mode onderhevig. Rond 1850 kwam deze nog tot de schouders, rond 1900 reikten sommige mutsen zelfs tot de taille. Er was ruim twee meter kant voor nodig, tussen 6 en 16 cm breed. Een brede kant was duur en ook het aantal motieven maakte verschil. Een kant met slechts één bloemmotief is het meest tijdrovend om te maken en was dus het duurst.

KIPJE

Boven op de sluiermuts gingen vrouwen een ‘kipje’ dragen, een zwart hoedje dat rijk versierd was met veertjes en kraaltjes. Het was in de negentiende-eeuwse burgermode zeer populair en vond van daaruit zijn weg naar het platteland van de noordelijke Zeeuwse eilanden.


Op de foto uit 1949 links: Adriana van Burg-Schults, geb. Zierikzee 30-10-1900, ovl. Zierikzee, 18-11-1991. Rechts: Sara Schiettekatte-Viergever, geb. Zierikzee 06-08-1903, ovl. Geleen, 23-04-1982. Beiden in Schouwse klederdracht op het Havenplein voor de in restauratie zijnde Gasthuiskerk (1949-1959).



bron: Zeeuws Archief, Beeldbank Schouwen-Duiveland, nr SP-1092.

ZONDAGSE DRACHT

Op Schouwen, Duiveland, Noord-Beveland en Tholen is de klederdracht, gedragen door de boerenbevolking, enorm beïnvloed door de burgerdracht. De burgerjapon was al ver voor 1900 in de mode gekomen. Rond 1900 waren de japonnen gekleurd; later zijn ze zwart geworden. De sluiermutsen in deze gebieden zijn vrijwel allemaal hetzelfde alleen de wijze van opzetten is anders.


Op Schouwen-Duiveland wordt bovenop het hoofd een stolpplooi, het zogenaamde muizengat, in de muts gelegd. In die plooi is de naad van de kant verborgen. De tule van deze muts is korter dan die van de andere sluiermutsen. De gouden krullen zijn klein en dun.


Op Schouwen speldt de vrouw de kantstrook voor de krullen langs naar achteren, terwijl de Duivelandse vrouw de muts zo draagt dat de zijkanten naar beneden hangen. De gouden krullen, die vrij klein en dun zijn, steken buiten de muts uit. Bovenop de muts kan eventueel een hoedje gedragen worden. De haardracht is bij deze dracht vrij. Rond haar hals draagt de vrouw een ketting gitten, granaten of bloedkoralen met een gouden slot. Soms heeft ze een kleine broche en een zwarte fluwelen tas met een zilveren beugel.


DAAGSE DRACHT

Door de week draagt de vrouw op het hoofd een zwart ondermutsje met daarin de krullen. Erover draagt ze een witte gehaakte muts. De stoffen van de kleding zijn eenvoudig. Rond haar middel draagt de vrouw een geruite schort.


ROUWDRACHT

Tijdens de rouw is de japon zwart. De muts is gemaakt van tule of batist en heeft een brede zoom in plaats van kant. Bij de zware rouw is de zoom breder dan bij de lichte rouw. Bij de lichte rouw draagt de vrouw rouwklokken en rouwspelden; bij de zware rouw niet.


DE MAN

De man ging gekleed in een kniebroek, hemdrok, halsdoek en soms een vest daaroverheen. Buiten droegen ze een jas en hoed.

Mannen op Schouwen-Duiveland gingen al voor het midden van de negentiende eeuw overhemden dragen, een typisch element uit de burgermode. Deze tendens zette zich voort. In de tweede helft van de negentiende eeuw stapten de mannen op Schouwen-Duiveland helemaal over op burgerkostuums. De vrouwen deden er aanmerkelijk langer over om de streekdracht vaarwel te zeggen.



HERRINERING

In de loop van de jaren 1970 was dit proces in volle gang. Opvallend is dat de streekdrachten het eerst verdwenen in gebieden die zich steeds dicht tegen de burgermode hadden ontwikkeld.

Zo stierf ook de dracht op Schouwen-Duiveland uit. De herinnering eraan wordt levend gehouden door een standbeeld in Dreischor van Antje de Waaij-Blom. Anthonette Maria (Antje) Blom (geb. Dreischor 06-08-1886, ovl. Zierikzee 18-07-1981), gehuwd met Cornelis de Waaij was de laatste inwoonster van Dreischor die nog gekleed ging in de Schouwse dracht. Ze overleed in 1981 op 95-jarige leeftijd. Op de foto is zij te zien met een zogenaamde aekmusse: een gehaakt of deels gebreid bovenmutsje van wit katoen. (foto: Johan Berrevoets Zeeuws Archief, Beeldbank Schouwen-Duiveland, nr KZN-066).


De mannen op Schouwen-Duiveland legden de dracht al midden negentiende eeuw af. Op Zuid-Beveland en Walcheren was dat later. De laatstgedragen mannendracht had veel overeenkomsten met de oude drachten van de andere Zeeuwse eilanden. De vrouwen hechtten heel wat langer aan hun kostuums.


Streekdrachtvereniging De Arke laat je kennismaken met de rijke traditie van de Zeeuwse streekdrachten. Ze tonen kleding van Schouwen-Duiveland én van andere Zeeuwse eilanden, uit verschillende periodes.

bron: Zeeuwse Ankers

                 Streekdrachtenvereniging de Arke

                 Ôns Boeregoed

artikel geplaatst: 15-07-2025

laatst gewijzigd: 15-07-2025