Neem contact op
Postbus 115
4300 AC  Zierikzee

ZIERIKZEE-MONUMENTENSTAD


vismarkt

De visserij is één van de belangrijkste welvaartsbronnen voor Zierikzee geweest. De vissers vingen met name haring en kabeljauw. In het midden van de 17de eeuw bestond de vloot uit bijna 100 schepen. De gevangen vis werd in Zierikzee aan wal gebracht en verkocht. Vandaar werd de vangst naar onder andere Brabant en Vlaanderen verhandeld. In het keurboek van 1429 werd bepaald waar de vis verkocht moest worden. Verse haring moest op de Gasthuisbrug ter verkoop worden aangeboden. Overtreders werden gestraft met een boete van drie ponden Vlaams. In 1470 werd de markt overgebracht naar het zuidende van het Tarmanslop. Dit straatje werd sinds die tijd Visslop (thans Visstraat) genoemd. Daar, op de kruising met de Sint Domusstraat, werd heel wat vis verhandeld. In 1645 besloot het stadsbestuur de vismarkt te laten overdekken, zodat ook bij slecht weer de markt kon doorgaan. In de loop van de 18de eeuw werd de vissersvloot steeds kleiner. Zelfs subsidies van stadswege konden het tij niet keren. De concurrentie met de steden langs de Maasmonding was niet vol te houden. De markt werd kleiner. Steeds meer ging het er om te voldoen aan de behoeften van de bewoners van stad en eiland.

VISMARKT VERPLAATST
In 1804 werd de vismarkt verplaatst naar het hofje van het Sint Jacobsgilde. Op 30 juli 1805 werd deze voor Zierikzee zeer karakteristieke vismarkt in gebruik genomen. Naast andere bekende vissoorten kwam er ook zalm, haring, oesters, pekelharing en bokking op de afslag. Het was in vroeger dagen gebruikelijk om van elke partij kabeljauw beneden de honderd, twee of boven de honderd, acht stuks aan de stad af te staan. Deze werden dan ten voordele van de stad verkocht en men noemde dat de “stadsvissen”. Eveneens werden van elke honderd ton oesters 2,5 vat en van iedere lading kreeften uit Noorwegen honderd stuks ten bate van de stadskas verkocht. De veilingen werden bekend gemaakt door de stadsomroeper en geleid door de afslager. Nadat ze hadden plaatsgevonden, werd de vis in zinken emmers thuis bezorgd. Dat deden tegen een kleine vergoeding de kinderen in de omliggende straten, zoals de Venkelstraat en de Molenstraat. In de zomer werd er ook wel eens fruit geveild.

SINT JACOBSHOFJE
Het viscompex is een overblijfsel van het Sint Jacobshofje, dat werd gesticht door de destijds machtige vereniging van zeevarenden, het Sint Jacobsgilde. Het gedeelte links van het marktpleintje is overkapt met een galerij, waar vroeger de vis werd schoongemaakt. De kleine, witte woningen werden bewoond door armen uit de stad. Het afslagershuisje staat in het midden en in de ruimte ervoor, gevormd door banken in een cirkel werd de vis afgeslagen. In 1580 werd het Sint Jacobshuis door de stad in eigendom overgenomen, omdat het gilde zelf geen middelen meer had om het te onderhouden. In 1582 werd hetzelfde huis bestemd tot bergplaats van de stedelijke artillerie (arsenaal). De voorraad kanonnen, geweren en munitie werd hier geborgen. Eigendommen van het gilde, bestaande uit landerijen, werden in 1599 publiek verkocht en de opbrengst werd aangewend voor het onderhoud van het Sint Jacobshuis en ten behoeve van de personen die er toen -naar het schijnt- gratis woonden.

SINT JACOBSHUIS
In 1658 diende genoemd Sint Jacobshuis als “stads-ammunitiehuis” en werden er bakens en zeetonnen opgeborgen. Daarna, althans zeker tot 1678, werden de vier woninkjes van het huis, dat sedert omstreeks 1700 Sint Jacobshof werd genoemd, regelmatig door oude vrouwen of weduwen bewoond. Tot 1739 genoten de bewoonsters vrij turf van de stad, maar in dat jaar werd dat voordeel de arme vrouwtjes ontzegd en bleef alleen de gunst van vrij wonen over. In 1989/1990 werden de Vismarkt en het Sint Jacobshofje keurig gerestaureerd. 

Sint Domusstraat 51
4301 CM Zierikzee
Share by: