Neem contact op
Postbus 115
4300 AC  Zierikzee

ZIERIKZEE-MONUMENTENSTAD


stadhuis

Hoog boven Zierikzee staat, op de toren van het stadhuis Neptunus, de Romeinse god van de zee. Met de drietand in de hand ziet hij daar uit over de stad en haar inwoners. Op de donderdagochtenden krijgt Neptunus gezelschap van dee stadsbeiaardier. Dan worden door het carillon vrolijke klanken uitgestrooid. Vanuit dit statige pand is vanaf oude tijden beraadslaagd over het wel en wee van Zierikzee.

Tot 1997 zetelde hier eeuwen lang het stedelijk bestuur. Oorspronkelijk stond het stadhuis elders. Vermoedelijk in de buurt van het grafelijk kasteel, het Gravenhof, dat gelegen was tegenover de Sint Lievensmonstertoren. In de 14de eeuw werd een nieuw stadhuis gebouwd aan de oostzijde van de vleeshal. Wellicht werd het in 1358 in gebruik genomen. Dat jaar staat op één van de klokken.

In de jaren 1550-1554 werd dit kleine raadhuis afgebroken om plaats te maken voor een nieuw onderkomen van de stadsbestuurders. Toen werd ook de toren gebouwd. In 1772-1779 werd het stadhuis ingrijpend verbouwd. Uit die periode dateert ook de deftige trouwzaal waarin vroeger de schepenen vonnis wezen. Nu onderwerpen trouwpaartjes zich graag vrijwillig aan de uitspraak van de ambtenaar van de burgerlijke stand. Dit stadhuis straalt de Renaissance uit. Toch oogt het sober. Geen overdreven versieringen. Slechts medaillons met de portretten van de landsheer, keizer Karel V, en diens zoon Philips II sieren de gevels als huldebetoon.
TOREN
Maar rijk aan vorm is daarentegen de toren. Vanuit een achtkantige onderbouw rijst daar de Zierikzeese trots omhoog. De schrijver Conrad Busken Huet schreef in zijn boek "Het land van Rembrandt" treffend over een goudsmidswerk in het groot, dat rijk versierd en fijn...eensklaps komt opschieten. De keuze voor de zeegod als torenbekroning is een illustratie van de belangstelling voor de klassieken. 
SCHUTTERSZAAL
Door velen geroemd is de zolder van het stadhuis. De opengehouden kap van de "schutterszaal" (zie foto rechts) geeft ons en blik op wat Zierikzeese timmerlieden konden presteren. Geen spijker is er te zien. Hout houdt hout samen. Hier is het museum gevestigd waar de schatten van de stad en het eiland zijn te bewonderen.
Door de eeuwen heen hebben de Zierikzeeënaars vanuit dit stadhuis hun stad bestuurd. De foto links toont de raadzaal met boven de schouw een schilderij door M.J. Geraerts voorstellend Minerva als symbool van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.

Rechts de burgemeesterskamer met de uit 1673 daterende schouw. Deze schouw is voorzien van een bijzonder mooi geschilderd schoorsteenstuk. Het is omlijst met houtsnijwerk waarin vogels, vruchten en bloemen te zien zijn.

Op het schilderstuk zijn de wapens afgebeeld van koning-stadhouder Willem III, van Zeeland, Zierikzee, Brouwershaven en Duiveland, en van de heerlijkheden van Zeeland beoosten Schelde, waar de Baljuw van Zierikzee recht sprak. Mogelijk is het schoorsteenstuk alleen als versiering aangebracht, maar gezien het wapen van de stadhouder, kan er ook een politieke reden zijn geweest. Het jaar 1672, staat in de geschiedenis bekend als "het rampjaar". De Republiek der Verenigde Nederlanden werd door vier vijanden tegelijk aangevallen. De paniek die volgde luidde het einde in van het eerste Stadhouderloze tijdperk. Raadspensionaris Johan de Witt en zijn broer werden gelyncht en maakten plaats voor stadhouder Willem III. Zijn militaire overwinningen deden he tij ten gunste van de Republiek keren en eind 1672 was de ergste dreiging voorbij. Willem werd in Zeeland van harte welkom geheten. Het is heel goed mogelijk dat deze schoorsteen tot stand kwam onder invloed van deze gebeurtenissen. Misschien wilde het stadsbestuur van Zierikzee op deze manier haar aanhankelijkheid betuigen aan het Huis van Oranje. Er waren roerige periodes bij, maar ook tijden van voorspoed en welvaart. Om plaats te bieden aan de steeds groeiende schare ambtenaren werd aan- en bijgebouwd. Bijvoorbeeld in het begin van de 17de eeuw toen aan de achterzijde een vergadervertrek werd gebouwd voor het bestuur van het Waterschap Schouwen. Daar boven kwam in 1661 de "vertreckamer", waar de leden van de vroedschap zich terug konden trekken als ze moe waren van het vergaderen, of misschien wel het vergaderen moe. Vanaf 1 januari 1997 werd een breuk geslagen in het heden, want vanaf die datum werd de gemeente Zierikzee opgeheven.

Samen met vijf andere gemeenten op Schouwen-Duiveland werd een nieuwe gemeente gevormd. Dat lijkt een breuk met het verleden. Toch is dat niet zo. Door de eeuwen heen heeft Zierikzee oog gehad voor het welzijn van Schouwen-Duiveland. Wat dat betreft, is er ruimte om opnieuw verder te gaan op reeds gebaande wegen. Wat er ook verdwijnt of verschijnt, Neptunus blijft ons gadeslaan vanaf de stadhuistoren. Zierikzee is en blijft de hoofdstad van Schouwen-Duiveland. Zierikzee is en blijft de plaats waar het nieuwe gemeentebestuur het goede probeert te zoeken voor de inwoners en bezoekers van het voormalige eiland. In het vetrek op de eerste verdieping, onder de toren, vergaderden vroeger de twaalf, later vier thesauriers van de stad. Zij zorgden voor de financiën van de stad en waren daarnaast belast met openbare werken. Op alle allegorische afbeelding boven de schouw staat de tekst: "In melius servat". Zij bewaart het voor beter. Dat gold voor Zierikzee, dat geldt voor Schouwen-Duiveland.
RESTAURATIE
Eind 1953 werden de eerste besprekingen gevoerd voor restauratie van het Stadhuis. In 1954 trok de gemeenteraad het eerste krediet van fl 85.000,- uit, dat al spoedig werd verhoogd tot bijna Ffl 150.000,-. In januari 1955 werd begonnen met de eerste werkzaamheden. In 1957 kwam het eerste deel gereed en de kosten waren inmiddels opgelopen tot fl. 500.000,-. Door een bestedingsbeperkionng kwam er een paarjaar de klad in de opknapbeurt. De steigers werden verwijders. Toen het econiomisch weer beter ging kwam de restauratie weer op gang. Eind juni 1972 was het Stadhuis voor een belangrtijk deel opgeknapt voor een totaalbedrag van 2,6 miljoen gulden. 
DIEFSTAL SCHILDERIJ
In de nacht van donderdag 29 op vrijdag 30 juli 1976 werd uit de kamer van de archivaris een vrij kostbaar schilderij uit de 17e eeuw gestolen. De waarde van het schilderij werd destijds geschat op ongeveer fl.10.000,-. Deze diefstal was met grote zorgvuldigheid uitgevoerd. Er werd toegang verschaft door het openschuiven van een raam. De gemeente Zierikzee kreeg het schilderij pas na de tweede wereldoorlog in bezit. Daarvoor hing het in het pand waar de Muziekschool in gevestigd was. Naar alle waarschijnlijkheid was het een zogenaamd schoorsteenstuk.
Het schilderij was gevat in een eenvoudige zwarte lijst en is ongeveer 80 bij 100 centimeter groot en beeldt uit een arkadisch landschap uit de 17e eeuw, met een fluitspeler, een herderin en enkele geiten. een typische romantische compositie die nogal geliefd was in de 17e eeuw een tendens die zich in de 18e eeuw voortzette. Het is onbekend of het schilderij ooit is aangetroffen.
In 2010-2011 Restauratie stadhuismuseum
artikel geplaatst: 16-05-2015
laatst gewijzigd: 23-01-2020

Share by: