tijdlijn Zierikzee
Lijst van diensten
-
849 - Zierikzee ontstaatLijstitem 1
Het verhaal gaat dat Zierikzee ontstaat in 849.
Ziringus of Zierik, een uit Pannonië (Hongarije) verdreven ontdekkingsreiziger, zou de stichter van Zierikzee zijn geweest of de toen aanwezige nederzetting het aanzien van een stad hebben gegeven. Dat dit verhaal een kern van waarheid bevat zou je kunnen afleiden uit het feit dat de plaatsnaam Zierikzee een samenvoeging is van Zierik en Ee.
Zierik is, zo wordt aangenomen, een lokale machthebber geweest, naar wie de kreek (de Ee) en later de nederzetting is genoemd, dus Zieriks Ee. Helaas zijn er voor dit stichtingsjaar (849) geen directe bewijzen. Archeologische vondsten gaan niet verder terug dan de 11e eeuw.
-
878 - Vikingen teisteren de kust
In Engeland worden de Vikingen onder Guthrum in de Slag bij Edington verslagen door Alfred de Grote. Een deel van de Vikingen steekt over naar Vlaanderen en teistert de kust.
Op de kaart staan de Vikinggebieden in de 8e (donkerrood), 9e (rood), 10e (oranje) en 11e (geel) eeuw. De groene gebieden waren het slachtoffer van regelmatige rooftochten door Vikingen.
-
925 - Hendrik I de Vogelaar verovert Holland
Hendrik I de Vogelaar (rond 876 - Memleben, 2 juli 936) is vanaf 912 hertog van Saksen en vanaf 919 tot zijn dood koning van Duitsland.
-
936 - Otto I de Grote volgt vader op
In 936 volgt Otto I zijn vader op als koning van de Duitsers en hertog van Saksen.
-
950 - bouw eerste kerk
De eerste kerk, vermoedelijk een bescheiden houten gebouw, wordt geplaatst in de tweede helft van de 10e eeuw.
-
962 - Otto II mede-koning/keizer
Otto II (eind 955 – Rome, 7 december 983) is de zoon van Otto I en wordt mede-hertog der Saksen, mede-koning van Duitsland en Italië en mede-keizer van het Heilige Roomse Rijk.
-
973 - Otto II volgt zijn vader op
In 973 volgt Otto zijn vader na diens overlijden op als koning van Duitsland en Italië, en hertog van Saksen.
-
976 - oorkonde bezitting CrekaLijstitem 4
In 976 wordt in een oorkonde melding gemaakt van een bezitting genaamd Creka, toebehorend aan de abdij van Sint Baaf in Gent. Het is niet onwaarschijnlijk dat hiermee het latere Zierikzee is bedoeld. De banden tussen deze abdij en Zierikzee zijn hecht. Dat blijkt uit de patroon van het kerkje. Het is gewijd aan Sint Lieven, een door de monniken van Sint Baaf geïntroduceerde heilige, die in werkelijkheid nooit bestaan heeft.
Keizer Otto II gunt het bezit van het toenmalige dorpje dit jaar aan de Sint Baafsabdij. Het officiële document is van kwetsbaar perkament en ligt veilig opgeslagen in het archief van Gent.
Uit één zin in dit document blijkt dat Zierikzee in 976 al bestaat en vermoedelijk nog eerder is gesticht. “... dat is de gouw Scaldis het bezit genaamd Creka en Papingalant met de kerk, en langs de rivier de Golda (Gouwe) land waar 900 schapen kunnen worden gevoed...” Pagingalant verwijst vermoedelijk naar een invloedrijk persoon uit die tijd, vermoedt stadsarchivaris Huib Uil. De verwijzing naar een kerk staaft het vermoeden dat de ontstaansgeschiedenis van de nederzetting nog verder terug gaat.
-
983 - Otto III volgt vader op
Otto III (Kessel, Reichswald, juni of juli, 980 - Castel Paterno bij Faleria, Italië, 23 januari of 24 januari 1002) is de vierde heerser uit het Saksische Huis van de Liudolfingen, de eerste dynastie van het Heilige Roomse Rijk. Hij wordt na de dood van zijn vader, Otto II in 983 op driejarige leeftijd tot koning van Duitsland verkozen en in 996 gekroond tot Rooms-Duitse keizer.
Otto III sterft op 22-jarige leeftijd ongehuwd en zonder nakomelingen.
-
1002 - Hendrik II de Heilige volgt Otto III op
Op 9 juli 1002 wordt Hendrik II (Bad Abbach of Hildesheim, 6 mei 973 of 978 - Grone, 13 juli 1024), later bijgenaamd de Heilige (sinds 1146), tot konigis een lid van de adellijke familie van de Ottonen. Hij is als Hendrik IV van 995 tot 1004 en van 1009 tot 1017 hertog van Beieren; van 1002 tot 1024 is hij koning van het Oost-Frankische Rijk (regnum Francorum Orientalium) en van 1004 tot 1024 koning van Italië en vanaf 1014 Rooms-Duits keizer.
-
1006 - Aanvallen Vikingen stoppen
Ene Godefridus is net als het jaar hierop als prefectus belast met de kustverdediging. Hoewel hij niet veel kan uitrichten tegen de Vikingen, stoppen de aanvallen uiteindelijk, waarschijnlijk onder andere doordat zij overstappen op het christendom. Een andere oorzaak is mogelijk een groeiend potentieel van de bevolking in Europa.
-
1014 - Stormvloed
Op 28 september 1014 vindt een stormvloed plaats die zorgt voor grote schade en vele doden.
De watersnood treft eerst de Engelse kust, zodanig dat het zeewater ver het land binnendringt. In de avond treft de watersnood Vlaanderen en het zuidelijke deel van Nederland.
Dit resulteert in wat zeer waarschijnlijk de eerste doorbraak van de vrijwel gesloten kustlijn van de Lage Landen is geweest.
In Zeeland bouwt men vliedbergen om als mottekasteel te fungeren.
-
1100 - 1200 bouw tufstenen kerk
In de twaalfde eeuw wordt een tufstenen kerk gebouwd als opvolger van een ouder bedehuis.
-
1134 - Stormvloed
Op 4 oktober 1134 vindt een stormvloed plaats. De eerste grote stormvloed na de stormvloed van 1014, treft vooral het zuidwesten van Nederland.
Door deeze stormvloed worden de verschillende kreken in Zeeland, die vooral ontstaan waren in 1014, vergroot en daarmee ook de invloed van de zee in het binnenland. Bronnen melden dat Zeeland hierbij verwerd tot een archipel.
-
1151 - bouw Romeinse basiliek
Omstreeks het midden van de 12e eeuw begint de bouw van een nieuwe kerk, die de vorm krijgt van een Romeinse basiliek. De opvolger van een bestaand bedehuis. In deze periode maakt de nederzetting een flinke groei door. Een niet te controleren bron noemt als stichtingsjaar 1151.
-
1156 - Siricasha voor het eerst genoemd
In 1156 wordt zowel de naam van de kerk als de plaatsnaam -Siricasha- voor het eerst genoemd. Op de afbeelding staat Sint Lieven afgebeeld op het zegel van het kapittel van de Sint Lievensmonsterkerk.
-
1205 - belegering door de Vlamingen
In 1205 wordt Siricasha (Zierikzee) door de Vlamingen belegerd. Als dit juist is moet de plaats toen al voorzien zijn geweest van verdedigingswerken.
-
1219 - nederzetting krijgt stadsrechten
De nederzetting krijgt van de graaf stadsrechten. De keur, waarin dit werd vastgelegd, is niet bewaard gebleven. Wel is bekend dat dit in 1217 of 1219-1222 moet zijn gebeurd.
-
1220 - Watermolen (oudste vermelding in Nederland)Lijstitem 3
De kreek wordt vermoedelijk afgedamd bij het zuidelijk deel van de huidige Dam, een straat in het hart van de stad. De noordelijke zijtak van de kreek is vermoedelijk ontstaan bij een stormvloed. Deze wordt aanvankelijk in het noorden afgedamd (Sint Anthoniesdam). In deze dam wordt een getijdemolen gebouwd, die in 1220 wordt genoemd.
Graaf Willem I van Holland, die herhaaldelijk Zierikzee bezocht trouwde in 1220 met Maria van Leuven, ook wel bekend als Maria van Brabant. Hij geeft haar ter gelegenheid van zijn tweede huwelijk als huwelijksgift onder meer een Watermolen.
Het is de oudste vermelding van een watermolen in Nederland.
De straatnaam Watermolen herinnert aan de plaats ervan. Later werd deze zijtak meer zuidelijk gedicht, bij het noordelijk deel van de Dam.
-
1222 - Floris IV volgt vader Willem I op
Floris IV (24 juni 1210 – Corbie, 19 juli 1234) is van 1222 tot 1234 graaf van Holland. Hij is de zoon van Willem I.
Hij volgt zijn vader op in 1222. De eerste paar maanden, tot hij op zijn twaalfde verjaardag meerderjarig verklaart wordt, staat hij onder voogdij van graaf Boudewijn van Bentheim.
-
1234 - Willem II van Holland volgt vader Floris IV op
Op zevenjarige leeftijd volgt Willem II (?, februari 1227 - Hoogwoud, 28 januari 1256) is graaf van Holland en Zeeland (1234-1256) en koning van het Heilige Roomse Rijk (1248-1256) zijn vader op, als deze in 1234 bij een toernooi in het Noord-Franse Corbie om het leven komt. Een broer van zijn vader, eveneens Willem geheten, en later Otto, bisschop van Utrecht (ook een broer van zijn vader), worden regent.
-
1248 - Zierikzee ontvangt vernieuwde stadsrechten
Op 11 maart 1248 werden de stadsrechten door Rooms-koning Willem II vernieuwd en uitgebreid. Deze verkregen voorrechten stimuleerden de groei van de stad.
-
1256 - Floris V volgt zijn vader Willem II op
Op 2 jarige leeftijd (28-01-1256) volgt Floris V (Leiden,[1] 24 juni 1254 - Muiderberg, 27 juni 1296), bijgenaamd der keerlen god (god van de kerels, van de gewone man), graaf van Holland en Zeeland en vanaf 1291 laat hij zich 'heer van Friesland' noemen, ofschoon hij alleen in West-Friesland feitelijke macht uitoefende, zijn vader Willem II op die sneuvelt bij Hoogwoud.
De regering wordt voorlopig gevoerd door zijn oom Floris de Voogd. Kort na diens dood in maart 1258 neemt de tante van Floris V, Aleida van Henegouwen, de voogdij over Floris V over.
-
1256 - stichting Begijnhof
Een Begijnhof werd voor 1256 gesticht.
(bij huidige Krepelstraat/Lange St. Janstraat)
-
1260 - stichting Minderbroederklooster
Vestiging minderbroederklooster.
(Minderbroederstraat/Zevengetijstraat)
-
1270 - Meekrapcultuur al in gebruik
De meekrapcuituur schijnt in 1270 al in gebruikte zijn geweest. Meekrap is een 3-jarig gewas. In zogenaamde Meestoven werden de planten gedroogd en werden de wortels vermalen tot een rode kleurstof. Deze bedrijfstak stond als zeer riskant bekend in verband met de hevige prijsschommelingen.
-
1270 - stichting Predikherenklooster
Vestiging Predikherenklooster.
Eerste vestiging in Holland en Zeeland.
(huidige Lange St. Janstraat/St.Domusstraat)
-
1280 - aanwezigheid Ekstebroeders
Van korte duur was de aanwezigheid van een klooster van de Ekstebroeders in de 13e eeuw.
-
1296 - Jan I van Holland volgt vader Floris V op
Jan I (1284 - Haarlem, 10 november 1299) graaf van Holland en zoon van Floris V van Holland volgt op 27 juni 1296 zijn vader op die door ontevreden edelen wordt vermoord.
Jan I sterft op 15-jarige leeftijd aan dysenterie, en met hem sterft ook het Hollandse huis uit.
Omdat hij geen directe troonopvolgers had, gaat het graafschap naar Jan van Avesnes, graaf van Henegouwen (als Jan II van Holland), zoon van zijn oudtante, Aleid van Holland.
-
1299 - Jan II van Evesnes volgt Jan I van Holland op
Op 10 november 1299 volgt Jan II van Avesnes (1247 - Valenciennes, 22 augustus 1304), als Jan I van Avesnes graaf van Henegouwen van 1280 tot 1304 en als Jan II van Avesnes graaf van Holland en Zeeland van 1299 tot 1304, Jan I van Holland op.
-
1300 - 1400 - bouw nieuw en groter koor kerk
In de veertiende eeuw kreeg de kerk een nieuw en groter koor. Ook daarna werd er aan de kerk gebouwd en verbouwd.
-
1300 - bouw Nobelpoort
De Nobelpoort wordt gebouwd in het eerste kwart van de 14e eeuw. Na het zware beleg door de Vlamingen in 1304 werd de verdediging drastisch verbeterd. Onderdeel daarvan was de bouw van onder meer deze poort. De naam van de bouwmeester van deze poort is niet bekend. Dat is helaas ook niet meer te achterhalen, omdat in 1811 de archiefstukken door de toenmalige burgemeester als oud-papier zijn verkocht.
-
1302 - oudste deel poorterboek van Nederland
Het oudste deel van het poorterboek van Zierikzee begint op 12 juni 1302 en is daarmee het oudste poorterboek van Nederland.
-
1304 - Zeeslag op de Gouwe
Op Sint Laurensdag (10 augustus) 1304 ontbrandde de strijd in alle hevigheid. Tegen de avond bonden de Vlamingen de strijd aan met de Fransen en Hollanders.
Het beleg werd opgebroken en zegevierend kon Willem, die zich aan boord van één van de schepen had bevonden, zijn intocht houden in het jubelende Zierikzee.
Willem werd als Willem III de nieuwe graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen ingehuldigd.
-
1304 - Willem de Goede bij slag bij Zierikzee
Willem III van Holland
Willem de Goede (1287 – Valencijn, 7 juni 1337) was, van 1304 tot aan zijn dood, als Willem I van Henegouwen graaf van Henegouwen, en als Willem III van Holland graaf van Holland en Zeeland.
Voordat hij zijn vader opvolgde nam hij als zeventienjarige deel aan de Slag bij Zierikzee in 1304 tegen het graafschap Vlaanderen.
Hij volgde in 1304 zijn vader, graaf Jan II van Avesnes, op als graaf van Henegouwen, Holland en Zeeland
-
1304 - Willem III van Holland volgt Jan II van Evesnes op
Willem de Goede (1287 – Valencijn, 7 juni 1337), van 1304 tot aan zijn dood, als Willem I van Henegouwen graaf van Henegouwen, en als Willem III van Holland graaf van Holland en Zeeland.
-
1304 - privilege voor stichten school
Op wetenschappelijk gebied nam Zierikzee een bescheiden plaats in. In 1304 ontving de stad het privilege om een school te mogen stichten. Dat er veel talent aanwezig was onder de Zierikzeese jeugd blijkt uit het feit dat velen van hen verder studeerden. In de eerste 80 jaar na de stichting in 1388 werd de universiteit van Keulen bezocht door 169 studenten uit Zierikzee. Het contrast met andere steden was groot. Uit Goes kwamen 42 studenten en uit Middelburg slechts 28. Na de stichting van de universiteit van Leuven in 1426 strokken in de eerste 25 jaar 35 studenten uit Zierikzee daarheen tegen 23 uit Middelburg. Grote faam kregen 2 medici: Jason Pratensis (1486-1558) en Levinus Lemnius (1505-1568). Vooral de publikaties van de laatste kregen veel bekendheid.
-
1305 - Bescherming lakennijverheid
De lakennijverheid werd behalve door het priviege van 1305 ook beschermd door een invoerverbod van vreemde lakens. Er werd een uitzondering gemaakt naar Noorwegen, Pruisen en elders, mits de stof in Zierikzeegeverfd, geschoren of gerekt mocht worden.
-
1337 - Willem IV van Holland volgt zijn vader Willem III op
Willem IV (1307 of 1317 – Stavoren, 26 september 1345) is als Willem IV van Holland graaf van Holland en Zeeland en als Willem II van Henegouwen graaf van Henegouwen. Hij stamt uit het huis Avesnes. Zijn bijnaam is Willem de Stoute.
Willem heeft bij zijn dood geen wettige kinderen en wordt opgevolgd door zijn zuster Margaretha van Beieren, de vrouw van keizer Lodewijk IV. Tijdens de heerschappij van Margaretha breken de Hoekse en Kabeljauwse twisten uit.
-
1322 - uitbreiding Priesters
In 1322 breidde graaf Willem III het aantal priesters uit van vier naar acht.
-
1340 - uitbreiding lakenhal
De lakenhal werd in 1340 uitgebreid tot 40 stallen. Daar moesten de bereiders hun laken laten keuren. Deze tak van industrie had een belangrijke impuls gekregen doordat, volgens een grafelijk privilege van 1305, de bij de lakennijverheid betrokken ambachtslieden in Zeeland beooster Schelde zich alleen in Zierikzee mochten vestigen. Uit Engeland werden ruwe lakens ingevoerd, die in Zierikzee weren geverfd en afgewerkt.
-
1345 - Margaretha II van Henegouwen volgt Willem IV op
Margaretha van Beieren, ook wel Margaretha van Holland en Henegouwen of Margriet van Beieren genoemd (?, 24 juni 1310[1] - Le Quesnoy, 23 juni 1356) was gravin van Holland en Zeeland (1345-1354) en Henegouwen (1345-1356).
Margaretha's tweede zoon, de latere graaf Willem V van Holland, was de rechtmatige troonopvolger, maar was nog te jong.
Tussen aanhangers van Margaretha en aanhangers van Willem V braken in 1349 conflicten uit, die de geschiedenis in zouden gaan als de Hoekse en Kabeljauwse twisten. De eerste slagen werden in het voordeel van de aanhangers van Willem V beslist, waarna Margaretha in 1354 afstand deed van haar macht in Holland en Zeeland. Na haar overlijden erfde Willem V ook Henegouwen.
-
1347 - onderwerping aan landsheerlijk gezag
De stad werd betrokken bij de Hoekse en Kabeljauwse twisten rond de opvolging van Willem IV. Zierikzee hoorde aanvankelijk tot de partij van de Hoeken. De financieel-economische belangen speelden daarbij een belangrijke rol. In 1347 onderwierp de stad zich aan het landsheerlijk gezag.
-
1350 - stichting gasthuis
De Gasthuis- of kleine kerk is in oorsprong de kapel van het gasthuis, die in de tweede helft van de 14de eeuw werd gesticht en dat diende als onderkomen voor arme vreemdelingen op doorreis en voor behoeftige zieken. Later werden er ook krankzinnigen opgenomen. Het gasthuis lag achter de huidige kerk, aan de Hoge Molenstraat. De kapel werd bediend door een eigen pastoor. De kerk was, net zoals het gasthuis, gewijd aan de maagd Maria.
-
1351 - Graaf Karel V dwingt Zierikzee
Graaf Willem V dwingt Zierikzee in 1351 om zijn zijde te kiezen tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten.
-
1368 - Zweden verleend recht op stuk grond
De stad zendt onderhandelaars naar de koningen van Denemarken en Noorwegen, voert oorlog en sluit vrede met hen. Bij deze machtsontplooiing laat Zierikzee de andere grote Zeeuwse stad, Middelburg, achter zich.
Bij Falsterbo en Skanör krijgt de stad in 1368 van koning Albert van Zweden het recht om daar een stuk land te bezetten met eigen bestuur en rechtspraak. Dezelfde voorrechten krijgen Amsterdam, Brielle en Elburg. In het genoemde jaar brengen 96 Zierikzeese schepen voor een waarde van meer dan een miljoen gulden mee naar huis. De te behartigen belangen worden er de oorzaak van dat Zierikzee betrokken raakt bij vijandelijkheden tegen de Deense koning. In deze periode is Zierikzee formeel geen lid van de Hanze, maar er zijn wel hechte contacten.
-
1378 - Nederlandse gulden in omloop Write a description for this list item and include information that will interest site visitors. For example, you may want to describe a team member's experience, what makes a product special, or a unique service that you offer.
-
1391 - één waterschapsbestuur
Vanwege het ondoelmatige beheer van de dijken had graaf Floris V, in 1291 één waterschapsbestuur voor geheel Schouwen ingesteld. Door middel van privileges kreeg Zierikzee een grote invloed op dit bestuur.
-
1378 - verheffing tot Kapittelkerk
In 1378 volgde de verheffing tot kapittelkerk. Vermoedelijk werd naar aanleiding van dit feit een nieuw koor gebouwd.
-
1378 - Kapittel met Kanunniken aan de kerk
Aan de kerk wordt een Kapittel met Kanunniken aan de Nieuwe kerk verbonden waarmee de luister kracht wordt bijgezet.
-
1398 - 25 schepen voor hertog Albrecht van Beieren
Toen hertog Albrecht van Beieren in 1398 schepen nodig had voor zijn strijd tegen de Friezen moest Zierikzee 25 grote schepen en 500 gewapende mannen leveren.
De stad telde op het eind van de 14e eeuw vermoedelijk zo’n 5500 inwoners, ongeveer evenveel als Middelburg en Delft. In deze periode waren Gouda, Alkmaar, Amsterdam en Rotterdam kleiner. Alleen Dordrecht en Haarlem waren groter.
-
1400 - Haringkaken vindt ingang
Het haring kaken vindt ingang in de Nederlanden en die techniek, in combinatie met een nieuw scheepstype, de haringbuis, zorgt ervoor dat vissers langer weg kunnen blijven en verder uit de kust kunnen vissen. De haringvangst gaat een grote economische rol spelen.
-
1400 - import zout Frankrijk, Spanje en Portugal
Vanwege het gevaar dat het darinkdelven met zich meebracht voor de verdediging tegen het water, werd de zoutindustrie in haar mogelijkheden beperkt. Hiervoor werd compensatie gevonden. Vanuit het gebied bij de baai van Bourneuf (West-Frankrijk) werd vanaf de 15e eeuw zout geïmporteerd, dat vervolgens werd geraffineerd in de Zierikzeese zoutketen. Later werd zout geïmporteerd uit Spanje en Portugal.
-
1414 - brand verwoest halve stad
In 1414 brandde meer dan de helft van de stad af.
-
1421 - Sint Elisabethvloed
De Sint-Elisabethsvloed richt in Zeeland en Holland grote verwoestingen aan, waarbij zeker tweeduizend mensen de dood vinden.
De Sint-Elisabethsvloed van 1421 was een watersnoodramp in de graafschappen Zeeland en Holland die plaatsvond op of rond 19 november 1421, de naamdag van Sint-Elisabeth.
-
1422 - toestemming bouw kapittelhuis en librije
In 1422 gaf graaf Jan van Beieren toestemming om aan de zuidzijde van het koor een nieuw kapittelhuis en een librije te bouwen.
-
1425 - Zierikzee telt 40 gilden
De belangrijkste plaats die Zierikzee op economisch gebied innam, bezorgde haar ook een vooraanstaande positie op staatkundig terrein. Die positie werd versterkt door haar strategische ligging en de mogelijkheden van vooral de vloot. De financieel gunstige situatie stelde de stad in staat grote sommen geld te lenen aan de graven, die deze nodig hadden voor hun oorlogen. Die economische machtspositie kan op andere wijze treffend worden geïllustreerd: in 1425 telde de stad maar liefst 40 gilden.
-
1426 - Monopolie-positie voor handel in graan
De relatie met het land van Schouwen kwam vooral tot uitdrukking op het gebied van de landbouw. De stad werd de centrale marktplaats voor de producten. In 1426 werd bepaald dat het voor uitvoer bestemde graan eerst naar de markt in Zierikzee moest worden gebracht. Door deze maatregel werd ook de eigen voedselbevoorrading veiliggesteld.
-
1426 - Hertog Philips de Goede dwing tot gehoorzaamheid
In de strijd, die tijdens de regering van Jacoba van Beieren plaatsvond, was Zierikzee vaak te neutraal of koos het de verkeerde partij. De stad werd meegesleept in de Hollandse burgeroorlog en moest zich tenslotte verzoenen met Jacoba’s tegenstrever, haar oom Jan van Beieren (1420). Zierikzee en de Zeeuwse adel zagen economisch voordeel in hun keuze voor Humphrey van Gloucester, de 3e echtgenoot van Jacoba van Beieren. Een legertje van Humphrey dat bij Brouwershaven aan wal was gezet, werd vernietigend verslagen op 13 januari 1426. Hertog Philips de Goede, erfgenaam van Jan van Beieren, dwong de stad na een kort beleg tot gehoorzaamheid, maar stelde haar vrij van krijgsdienst tegen Jacoba. Met deze milde behandeling wilde de Bourgondiër de stad aan zich binden.
-
1426 - privilege kiezen 7 heemraden waterschap
In 1426 kreeg de stad het recht verleend om 7 heemsraden te kiezen. Zij vormden met één van de twee Zierikzeese burgemeesters het waterschapsbestuur, dat in Zierikzee zetelde. Vele overstromingen, waarvan ook Schouwen het slachtoffer werd, gepaard aan talloze dijkvallen en oeverafschuivingen, schenen de ondergang van het eiland nabij te brengen. Er werden vermogens uitgegeven aan het telkenmale weer leggen van nieuwe inlaagdijken, waarop men zich terugtrok wanneer de zeedijken verloren gingen. Mede dankzij die inzet is de ondergang voorkomen.
-
1428 - bijdrage van 600 schilden aan Philips de Goede
In de bede ten behoeve van de graaf Philips de Goede voor de jaren 1428-1433 droeg Zierikzee een bedrag van 600 schilden bij. Middelburg werd voor 500 schilden aangeslagen. Zulke verhoudingen golden ook voor de bijdragen aan de legerlasten van de graaf.
-
1430 - vestiging Driekoningenklooster
Bevolkt door een twintigtal nonnen vanaf omstreeks 1430.
1550-1570 Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelandia Illustrata, deel II, nr 1994
-
1442 - Augustijner Servitinnen (Celle of Zwarte Zusters)
Augustijner Servitinnen (Celle of Zwarte Zusters) vestigden zich in Zierikzee voor 1443.
(tussen Slabberswerf en Zuidwellestraat)
-
1454 - start bouw fundament St. Lievensmonstertoren
Op 4 of 6 mei 1554 wordt gestart met het fundament van de Sint Lievensmonstertoren. Een toren die de welvaart en het belang van Zierikzee als stad moet onderstrepen.
-
1457 - Voorschrift op productie en verwerking van Mee
In 1457 kwam er een voorschrift op productie en verwerking van mee, maar allang daarvoor moeten er al bepalingen hebben bestaan.
-
1458 - verbouw/aanbouw kerk
Regelmatig werd er aan de kerk verbouwd en gebouwd. Het laatste bericht dateert uit 1458.
-
1458 - zuidelijk deel stad door brand verwoest
In 1458 werd het zuidelijk deel van de stad door de vlammen verwoest.
-
1459 - oudst gedrukte vermelding bouw Karveel
De voornaamste rol die Zierikzee op maritiem terrein innam gold ook voor de scheepsbouw. De technische bekwaamheid van de scheepsbouwers in Zierikzee was vermaard. De oudste gedrukte vermelding van de bouw van een ‘volgetuigd schip’ met zowel dwars- als driehoekige langgscheepse zeilen in de Nederlanden dateert uit 1459/1460. Dit schip, karveel genoemd, werd in Zierikzee gebouwd. De nieuwe constructie van de scheepsromp had men geleerd van een Bretonse scheepsbouwer, die zich hier had gevestigd.
-
1463 - ontvangst stuk arm St. Livinus
De kerk was toegewijd aan Sint Livinus. Deze heilige werd 'uitgevonden' door de Sint Baafsabdij in Gent om te kunnen wedijveren met de Sint Pietersabdij in diezelfde Vlaamse stad. Vanuit Gent werd deze heilige in Zierikzee geïntroduceerd. Livinus zou afkomstig zijn uit Schotland. Volgens de overlevering zou hij in 657 de marteldood zijn gestorven. De Zierikzeese kerk kreeg in 1463 een stuk van de arm van deze heilige, die naar zijn biograaf wist te fantaseren ook in Schouwen zou hebben gepreekt.
-
1466 - blikseminslag
Een blikseminslag in 1466 had het maken van plannen bespoedigd voor de bouw van een nieuwe kerk.
-
1466 - derde deel stad verwoest door brand
In 1466 verbrandde bijna een derde deel van de stad.
-
1466 - Kerk door brand getroffen
De kerk werd door brand getroffen.
-
1467 - herbouw kerk
Een jaar na de brand van 1466 wordt met de herbouw van de kerk gestart. De groeiende welvaart stelt de Zierikzeeënaars in staat een nog grotere kerk te bouwen. Deze bouw krijgt prioriteit.
-
1470 - oprichting Bogardenklooster
Klooster gewijd aan Sint Agatha.
(hoek Regenboogstraat/ Wevershoek)
-
1472 - moord op 2 commissarissen landheer
De verhouding met Philips’ zoon, Karel de Stoute werd in 1472 wreed verstoord. Op 20 november werden tijdens een volksoproer 2 commissarissen van de landheer vermoord. Ze kwamen extra accijnzen op bier, wijn, tarwe, rogge en zout invoeren. Karel ontstak in toorn. Hij verbood alle handel van de stad en verklaarde de Zierikzeese burgers vogelvrij. Krachtens een bisschoppelijk interdict mochten geestelijken geen diensten verrichten. Een commissie van onderzoek stelde orde op zaken en zorgde voor bestraffing van oproerkraaiers.
-
1473 - Hertog Karel legt nieuwe straffen op
Toen hertog Karel op 3 februari 1473 voor de poorten van de stad verscheen trok de hele bevolking de hertog jammerlijk klagend en om genade smekend tegemoet. Weliswaar werd een deel van de straffen ingetrokken, maar anderzijds legde de hertog nieuwe, zeer vernederende op. Twaalf oproerlingen werden er dood gebracht, de poortdeuren uit de hengsels genomen, de privileges verbeurd verklaard, 24 vooraanstaande burgers als gijzelaars naar Brussel afgevoerd en de stad kreeg een boete opgelegd van 30.000 Vlaamse ponden. Lang was de lijst van schadevergoedingen, die de stad moest betalen. Het wekt bewondering hoe snel de stad deze vernederingen te boven kwam.
-
1477 - Karel de Stoute sneuvelt in veldslag
Karel de Stoute sneuvelt in de Slag bij Nancy, een veldslag op 5 januari 1477 tussen de Bourgondiërs, onder leiding van Karel de Stoute die de stad Nancy belegerde, en troepen uit Zwitserland en Lotharingen, aangevoerd door René II, hertog van Lotharingen. Karel sneuvelde tijdens deze laatste slag van de Bourgondische Oorlogen.
-
1477 - Zierikzee krijgt privileges terug
Na het overlijden van hertog Karel de Stoute in 1477 kreeg Zierikzee haar kostbare privileges terug. Door allerlei maatregelen werd geprobeerd het verloren gegane terrein terug te winnen. Zo kregen haringvissers, die zich hier wilden vestigen en bereid waren tenminste 8 jaar hun vangst in Zierikzee aan wal te brengen, het poorterschap gratis aangeboden.
-
1479 - start herbouw koor kerk
In 1479 wordt begonnen met de herbouw van het koor van de kerk.
-
1480 - bouw Sint Lievensmonstertoren
De bouw van de Sint Lievensmonstertoren wordt gestart vanaf de grond.
-
1482 - opheffing Bogardenklooster
De bezittingen gingen over aan de Cisterciënzers of Benardieten, die zich hier in 1483 vestigden.
(hoek Regenboogstraat/ Wevershoek)
-
1483 - vestiging Cisterciënzers of Benardieten
Namen de bezittingen over van het Bogardenklooster.
(hoek Regenboogstraat/ Wevershoek)
-
1490 - vestiging Franciscaanse Tertiarissen (Grauwe Zusters)
In 1490 arriveerden Franciscaanse Tertiarissen (Grauwe Zusters).
(Tussen Karsteil/ Nieuwe Haven/ Kapellestraat)
-
1490 - Slag bij Brouwershaven
In de Slag bij Brouwershaven wordt jonker Frans van Brederode zwaargewond gevangengenomen. Hiermee komt definitief een einde aan de Jonker Fransenoorlog en aan de Hoekse en Kabeljauwse Twisten.
De Slag bij Brouwershaven (zeeslag) vindt plaats op 23 juli 1490 tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten bij Brouwershaven, Zeeland. Algemeen is dit het laatste gevecht van de Jonker Fransenoorlog, de laatste opstandsperiode in de 150 jaar durende Hoekse en Kabeljauwse twisten.
-
1490 - opvang Hoekse edelen
Opnieuw, maar ditmaal door een welbewuste keuze, haalde Zierikzee zich de woede van de landsheer op de hals. De stad steunde de Hoekse edelen, die zich in Sluis hadden genesteld. In 1490 werd een vloot van de Hoeken verslagen in het Brouwershavense gat. De vluchtelingen werden in Zierikzee opgevangen, maar de overwinnaars buitengesloten.
-
1492 - straf voor opvang Hoekse edelen
De stad steunde 2 jaar eerder de Hoekse edelen, die zich in Sluis hadden genesteld. Een vloot van de Hoeken werd verslagen in het Brouwershavense gat. De vluchtelingen werden in Zierikzee opgevangen, maar de overwinnaars buitengesloten.
Albrecht van Saksen, veldheer van Maximiliaan van Oostenrijk, neemt Zierikzee in en strafte de stad met onder meer een forse boete. Het stadsbestuur en 60 vooraanstaande burgers moesten blootshoofd en nederig knielend om genade smeken. Degenen die handel hadden gedreven met Sluis, werden gedood of verbannen.
-
1494 - Philips de Schone landsheer van de Nederlanden
Filips I van Castilië, bijgenaamd de Schone (Frans: Philippe le Beau) (Brugge, 22 juni 1478[1] – Burgos, 25 september 1506) heerser over de landen die tezamen de Habsburgse Nederlanden en de kroon van Castilië worden genoemd, wordt meerderjarig en landsheer van de Nederlanden.
-
1500 - huidige hoogte St. Lievensmonstertoren bereikt
Ongeveer 30 jaar na de start van de bouw wordt de huidige hoogte van de St. Lievensmonstertoren bereikt.
Dit wijst onderzoek door bouwhistoricus dr.ing. Janse uit.
-
1506 - vloot brengt Philips de Schone naar Spanje
Op scheepvaartgebied bleef Zierikzee een belangrijke positie innemen. De vloot die in 1506 landsheer Philips de Schone en zijn gemalin Johanna van Aragon naar Spanje bracht bestond voor het merendeel uit Zierikzeese schepen. Het vorstenpaar voerde op het schip de “Juliaan” van Jacob Cornelisz. de Huybert, één van de belangrijkste Zierikzeese reders.
-
1506 - Karel V volgt zijn vader Philips de Schone op
De latere keizer Karel V, amper zes jaar oud, wordt bij het plotselinge overlijden van zijn vader, Filips de Schone, op 25 september 1506 vorst van de Nederlandse gewesten onder regentschap van zijn grootvader, Maximiliaan I van Oostenrijk. Het regentschap wordt echter uitgeoefend door diens dochter, Margaretha van Oostenrijk die in 1507 landvoogd wordt.
-
1510 - bouw St. Lievensmonstertoren gestaakt
De welvaart nam een keer, rampen en andere tegenslagen hadden tot gevolg dat men niet verder kwam dan 50 meter.
Rond 1510 werd de bouw van de St. Lievensmonsteroren gestaakt.
-
1517 Jan de Huybert brengt Karel V naar Spanje
Jan de Huybert, broer van één van de belangrijkste Zierikzeese reders, brengt op een nieuwe “Juliaan” in 1517 onder meer Karel V naar Spanje.
-
1518 - pestepedemie eist 3200 slachtoffers
De stad wordt getroffen door een pestepidemie. 'De zwarte dood' eist in 1518 3200 slachtoffers. Voor de verpleging van de lijders wordt een pesthuis ingericht.
-
1519 - 15 of 16 schepen vergaan
Herhaaldelijk verdwijnt een deel van de vloot in de golven als gevolg van stormen. Zo gaan in 1519 15 of 16 grote schepen met het puik van de Zierikzeese schippers en stuurlieden aan boord verloren.
-
1520 - Karel V voorgoed naar Spanje
In Castilië breekt de Opstand van de comunidades uit tegen de uit de Nederlanden afkomstige jonge vorst keizer Karel V, en men roept zijn moeder Johanna uit tot koningin. Karel bezweert het oproer door te beloven zich voorgoed in Spanje te vestigen.
-
1523 - De eerste ketters worden gedood in Nederland
De eerste ketters - Jan van Essen en Hendrik Voes, volgelingen van Luther - worden verbrand op de Grote Markt van Brussel.
Wijerd Jelckama - Fries rebel, piraat en opstandeling, opvolger Grote Pier wordt onthoofd te Leeuwarden.
-
1525 - bouw St.Lievensmonsterkerk voltooid
In het eerste kwart van de 16e eeuw werd de Sint Lievensmonsterkerk voltooid.
Deze laat-gotische hallenkerk had een vloeroppervlak van 4100 m2, een lengte van 102 meter en een breedte van circa 37 meter. Ze was daarmee de grootste kerk die Zeeland kende en laat zich vergelijken met de Sint Bavokerk in Haarlem en de Sint Janskathedraal in ‘s-Hertogenbosch. Binnenin vond met kapellen aan de noord- en zuidkant van de kerk. Rondom het koor waren negen straalkapellen.
-
1525 - brand huizen en zoutketen
In 1525 legt een brand 125 huizen en 77 zoutketen in de as.
-
1531 - monopolie-positie voor handel in meekrap
De stad krijgt een monopolie positie voor de handel in meekrap. In zogenaamde meestoven worden de wortels van de meekrapplant gedroogd en vermalen tot een rode verfstof. In 1531 wordt bepaald dat alle mee in Zierikzee gekeurd moet worden. De Zierikzeese mee heeft een grote faam voor wat betreft de kwaliteit.
-
1532 - pestepedemie eist 3000 slachtoffers
De stad werd getroffen door een pestepidemie. 'De zwarte dood' eist in 1532 3000 slachtoffers. Voor de verpleging van de lijders werd een pesthuis ingericht.
-
1535 - eerste wederdoper onthoofd
Afwijking in de leer en het kerkelijk gezag werd streng gestraft. Toch konden deze maatregelen de groei van de Hervorming niet keren. Vooral de wederdopers – zij verwierpen de kinderdoop en doopten hun eigen volgelingen op volwassen leeftijd – bleven in aantal groeien. Zij werden hard vervolgd. In Zierikzee werd in 1535 de eerste wederdoper, een wever, onthoofd. Het stadsbestuur probeerde de weersinwekkende vervolging zoveel mogelijk te ontlopen.
-
1557 - pestepedemie eist 1521 slachtoffers
De stad werd getroffen door een pestepidemie. 'De zwarte dood' eist in 1557 en 1558 1521 doden. Voor de verpleging van de lijders werd een pesthuis ingericht.
-
1566 - aankoop heerlijkheid de Vierbannen van Duiveland
In 1566 kocht de stad uit de boedel van Maximiliaan van Bourgondie de heerlijkheid de Vierbannen van Duiveland, met de dorpen Nieuwerkerk, Ouwerkerk en Kapelle. Daarmee kreeg Zierikzee belangen op het eiland Duiveland.
-
1566 - Calvinisme bereikt Zierikzee
Een tweede reformatiegolf, die van de Calvinisten, volgde. Calvijn wees, evenals de reformator Luther, Rome’s leer van de goede werken radicaal af. Het was Gods welbehagen, die de zondaar het eeuwige leven schonk aan wie Hij zelf wil. Calvijns leer concentreerde zich op het bijbellezen door de gelovigen en op de zuivere prediking van het Woord. Vanuit Vlaanderen bereikte het Calvinisme Zierikzee in 1566. Op 7 juli van dat jaar preekte de passementswerker Jacob Jorisse voor ongeveer 400 toehoorders onder Noordgouwe. Nog in hetzelfde jaar werd binnen het stadsterritoir gepreekt.
-
1566 - Begin beeldenstorm in Vlaanderen
Op 10 augustus 1566 begint de Beeldenstorm in Vlaanderen - begonnen door aanhangers van predikers die de rooms-katholieke leer willen zuiveren - en overgenomen door de calvinistische noordelijke gewesten. Het klooster van Sint-Laurentius bij het Vlaamse Steenvoorde wordt door calvinisten bestormd en van binnen geheel vernield. De beeldenstorm zal een maand lang door de Nederlanden razen. De interieurs van veel kerken en kloosters worden daarbij vernield.
-
1566 - Minderbroederklooster vernield tijdens beeldenstorm
het jaar van de beeldenstorm. Deze bleef in Zierikzee, dankzij de voorzorgmaatregelen van het stadsbestuur, beperkt tot het Minderbroederklooster dat vernield werd. De reactie was het laten varen van de tolerante houding en het opnieuw streng optreden tegen “ketters”. Verschillende inwoners werden verbannen. De meesten weken uit naar Engeland.
-
1567 - Alva komt naar Nederland
-
1570 - Allerheiligenvloed
Op 1 november 1570 werden de Nederlandse en Vlaamse Kust geteisterd door een watersnood, de Allerheiligenvloed of Allerzielenvloed.
-
1572 - Gereformeerde kerk georganiseerd
Het gereformeerde kerkelijke leven was in 1572 -in dat jaar ging Zierikzee over naar de Prins van Oranje- georganiseerd. Een kortstondige bezetting van de Spaanse troepen zorgde voor een onderbreking. Het oostelijk deel van het middenschip werd ingericht als spreekkerk. De beelden, de gebrandschilderde ramen en andere versieringen, herinnerend aan de Roomse eredienst, verdwenen in de loop van de tijd. Het interieur van de kerk werd sober. De aanwezigheid van zo’n 250 wapenborden, de fraai uitgevoerde grafzerken en graftombes gaf de kerk niettemin een stijlvol aanzien. Een pronkstuk was de uit 1672 daterende spreekstoel. De voet werd gevormd door zes gebeeldhouwde mannenfiguren. De preekkerk werd afgesloten van het koor door een houten schot. Op een blauwe achtergrond waren daarop draperieën.
-
1572 - 8 Spaanse schepen veroverd en verbrand
In Zierikzee probeerde meester Lieven Janszoon Kaersemaker, lid van de raad, met behulp van vissers een Spaanse bezetting te voorkomen. Daarbij werden 8 Spaanse schepen veroverd en verbrand. Toch moest de stad Spaanse soldaten binnenlaten. Hun aantal was echter niet groot. Het stadsbestuur stelde, op aandrang van de burgerij, Kaersemaker aan tot gouveneur van de stad.
-
1572 - kort beleg door adm. Jacob Simonsz. de Rijk
Op 8 augustus 1572 kwam admiraal Jacob Simonszoon de Rijk vanuit Veere, dat evenals Vlissingen de zijde van de Prins van Oranje had gekozen, naar Zierikzee. Na een kortstondig beleg gaf de stad zich over. Het gesloten verdrag werd door de Prins aangevuld met bepalingen dat ook de Gereformeerden hun godsdienst mochten uitoefenen. Hoewel de uitoefening van de Rooms-Katholieke godsdienst gegarandeerd was had de overgang to gevolg dat vele religieuzen de stad verlieten.
-
1572 - Zusters verlaten Driekoningenklooster
In augustus 1572 verlieten de zusters het klooster vanwege het geweld van de watergeuzen en verspreiden zich over het land. Het stadsbestuur kreeg de goederen in eigendom
-
1575 - Spanjaarden bij Zijpe
Het Spaanse bewind ging tot tegenacties over. Om de verbindingen tussen Holland en Zeeland te verbreken, werd besloten het strategisch gelegen Zierikzee aan te vallen. Door het veroveren van deze stad en daarmee van Schouwen en Duiveland zouden de twee opstandige gewesten van elkaar gescheiden worden. Het commando over de ongeveer 4500 manschappen was in handen van de bekwame veldheer Cristóbal de Mondragón. Op 28 september 1575 werden de Spaanse troepen overgevaren van Sint Annaland op het eiland Tholen naar de schorren van het verdronken Sint Philipsland. Onder het oog van de nieuwe landvoogd don Luis de Requesens y Zuñiga gingen de manschappen in de nacht van 28 op 29 september op pad door het ondiepe Zijpe.
-
1575 - zeedijk Borrendamme doorgraven
Intussen had Zierikzee de gelegenheid zich te versterken. Onder leiding van de gouverneur Arend van Dorp werd de stad in staat van verdediging gebracht. Om de vijand het benaderen te beletten had men dadelijk het water binnengelaten door de sluizen te openen. Op 3 oktober 1575 trok ds. Gerardus van Culemburgh – in de stukken van de Spaanse inquisitie 'schele Gerrit' genoemd – er met zijn kerkeraad en een groep matrozen en soldaten op uit om de zeedijk bij Borrendamme, ten zuiden van Zierikzee, te doorgraven. Ondanks pogingen van Cristóbal de Mondragón om het gat te dichten, schuurde dit steeds verder uit. Daardoor kwam vrijwel geheel Schouwen onder water te staan. De stad was versterkt door de kwetsbare haventoegang aan weerszijden de voorzien van wallen, palissaden en grachten. Daar waren vanwege het gevaar ook de meeste manschappen gelegerd.
-
1576 - Gronden Driekoningenklooster door zeewater overspoeld
Het Driekoningencomplex raakte in verval. De gronden werden in 1576-1577 door zeewater overspoeld
-
1575 - brand in zoutketen
Op 10 oktober 1575 ontstond in de hier gelegen zoutketen een grote brand, waarschijnlijk als gevolg van de onvoorzichtigheid van de jolige en dronken soldaten. Ongeveer 50 zoutketen, 200 huizen en voorraden zout en turf verbrandden.
-
1575 - overgave aan de Spanjaarden
Op 30 oktober 1575 volgde de overgave van de vesting. Vrijwel het gehele Prinsgezinde garnizoen is door de Spanjaarden omgebracht.
-
1576 - vloot met voedsel en munitie
Ondertussen werd de ring rond Zierikzee steeds hechter gesloten. In de stad was aanvankelijk in ruime mate voedsel voorhanden. Nog op 9 januari 1576 slaagde een vloot van 17 schepen erin Zierikzee te bereiken met voedsel en munitie. Het gebrek aan geld, dat vooral voor het uitbetalen van de soldij nodig was, werd opgelost door het slaan van noodmunten.
-
1576 - brief van de Prins
De Prins had ondertussen op allerlei manieren geprobeerd de stad te ontzetten. Door middel van zijn brieven probeerde hij de Zierikzeeënaren te bemoedigen. Op 14 mei schreef Prins Willem hoe aangenaam het was om “te sien die cloeckheijt ende vrijmoedicheijt die ghij zijt bethoonende nijet jegenstaende de noot daer die stadt Zierixzee inne is. Wij en willen nijet twijffelen Godt Almachtich sal ulieden Zijne genade gheven gelijck Hij die van Leijden eertijts gedaen heeft”.
-
1576 - poging ontzetting mislukt
De man die met zijn vloot Leiden had ontzet, Louis de Boisot, had de leiding over een grote Geuzenvloot met 3000 soldaten. Zij voeren uit om Zierikzee te ontzetten. Deze poging, ondernomen in de nacht van 27 op 28 mei, faalde echter jammerlijk, vooral vanwege verraad. Boisots schip raakte bij de zeedijk van Borrendamme aan de grond en werd vernield. De admiraal en zijn bemanning kwamen om.
-
1576 - nieuwe poging ontzetting mislukt
De moed was de Geuzen ontnomen na hun admiraal was gedood. Daardoor liep een nieuwe poging op 13 juni op niets uit. Verraad was er opnieuw de oorzaak van dat een poging van soldaten en burgers onder leiding van ds. Gerardus van Culenburgh mislukte. Contact met de Geuzenvloot op de Oosterschelde en de Grevelingen was alleen nog mogelijk met postduiven of door het geven van seinen vanaf de toren. Het voedsel tekort werd steeds nijpender. In juni begon men paarden, honden en katten te eten.
-
1576 - Onderhandelingen met Mondrágon
Voor gouverneur Van Dorp zat er weinig anders op dan te gaan onderhandelen met Mondragón. Op 20 juni begonnen de besprekingen. De Spaanse eisen waren hoog. De burgerij zou 400.000 gulden moeten betalen. Die voorwaarde kon onmogelijk worden ingewilligd. De burgerij was als gevolg van de oorlog en het beleg verarmd.
-
1576 - Zierikzee capituleert voor 100.000 gulden
De Spaanse bevelhebber veminderde de eis tot 200.000 gulden. Op 29 juni werd overeenstemming bereikt. Zierikzee capituleede onder meer op voorwaarde dat 100.000 gulden betaald zou worden, waarvan de helft direct en de andere helft na een maand of 6 weken. Over de nog resterende som zou later worden beslist.
-
1576 - Mondragón betreedt Zierikzee
Op 2 juli marcheerde Mondragón met 5 vendels Walen vanaf de Noordzijde de stad binnen. De Spaanse en Duitse soldaten bleven voorlopig buiten de muren. Vanuit de haven vertrokken Arend van Dorp en de zijnen. De trage betaling van de capitulatiesom veroorzaakte grote ontevredenheid onder de soldaten. Een deel van hen ging muiten, een ander deel sloot Mondragón op in zijn verblijf, het huis 'de Mossel' aan de haven.
-
1576 - Mondragón verlaat Zierikzee
De toestand was onhoudbaar. Tenslotte verlieten de laatste soldaten op 3 november het verarmde en gedeeltelijk verwoeste Zierikzee. Mondragón wist met enkelen, die hem trouw waren gebleven, een gedeelte van het geschut en munitie naar Gent over te brengen. De muitende soldaten van de Spaanse koning waren naar de Zuidelijke Nederlanden getrokken. Vooral Brabant moest het ontgelden. Plunderend trokken ze rond. De “Spaanse furie” trof ook Antwerpen waar 1000 huizen werden vernield en 800 mensen de dood vonden. De Nederlandse gewesten vonden elkaar in hun gemeenschappelijke afkeer van deze gewelddaden.
-
1576 - Staten-Generaal neemt Zierikzee in bezit
Toen Mondragón op 3 november de stad verliet, kwam Philibert van Serooskerke uit Gent naar Zierikzee om namens de Staten-Generaal de stad in bezit te nemen. Aan de andere kant lagen echter de troepen van de Prins. Van Serooskerke durfde niet aan wal te gaan en keede terug. Graaf Philips van Hohenlohe, die aanvankelijk de toegang tot de stad geweigerd was, trok enkele dagen later met zijn troepen Zierikzee binnen als vertegenwoordiger van Prins Willem van Oranje. Ds. Van Culenburgh keerde al op 17 november terug. De toestand waarin Zierikzee zich bevond was deerniswekkend. Vooral het noordelijk deel van de stad was zwaar getroffen. De soldaten hadden vele huizen en schuren afgebroken en het hout verbrand om zich te warmen. Vrijwel geheel Schouwen stond onder water.
-
1576 - Kerk ter beschikking van Gereformeerden
Tengevolge van de reformatie werd de kerk in 1576 definitief ter beschikking gesteld van de Gereformeerden.
-
1576 - Driekoningenklooster wordt afgebroken
in 1576 besloot het stadsbestuur om het klooster af te breken en met het puin de gaten in de dijken te dichten die waren ontstaan door inundatie van de stad. De kloostermuur werd ten dele gesloopt om de stadswallen tijdens het Spaanse beleg wat op te lappen.
De boomgaard bleef voorlopig eigendom van de stad.
-
1578 - gat zeedijk ten noordoosten gedicht
De eerste zorg gold het herstel van de dijken. Het zeewater vormde zelfs een bedreiging voor de stadsmuren. Stenen van de kloostermuren werden gebruikt om de stadswallen te versterken. Eerst op 10 juni 1578, bijna 2 weken later, slaagde men erin het gat ten noordoosten van Zierikzee te dichten. Twee dagen daarna ontstond er opnieuw een doorbraak, die twee weken later weer werd gedicht. Het Kaaskenswater en de Ronde Weel zijn heden ten dage herinneringen aan één van de moeilijkste periodes uit de geschiedenis van Zierikzee en Schouwen en Duiveland. Dit en het andere herstel van de schade kostte fortuinen. De rest van Zeeland schoot financieel te hulp om Zierikzee weer op de been te helpen. Eerst in 1595 vond de laatste financiële afwikkeling met de Staten van Zeeland plaats ten aanzien van het indertijd geslagen noodgeld.
-
1578 - 2e predikant Gereformeerde kerk
Op kerkelijk gebied nam de Gereformeerde Kerk een dominerende positie in. In 1578 kreeg de gemeente haar tweede predikant. Vooral in de eerste helft van de 17de eeuw groeide het aantal kerkgangers fors.
-
1583 - Gebouwen Driekoningenklooster verkocht
Gebouwen van het Driekoningenklooster worden in 1583 publiek verkocht.
-
1584 - Willem van Oranje wordt vermoord
Op 10 juli 1584 omstreeks 13.30 uur schoot de Fransman Balthasar Gerards (die zich voordeed als de protestant François Guyon) Willem van Oranje dood in de Prinsenhof in Delft.
-
1585 - opening oude mannenhuis Manhuisstraat
Het Oude mannen- en Vrouwenhuis stond aan de oostzijde van de Manhuisstraat en opende in 1585 haar deuren. Om hierin opgenomen te worden moest men zich inkopen. Tegen betaling van een fors bedrag, dat afhankelijk was van de leeftijd, kregen mannen en vanaf 1663 ook vrouwen in dit huis een onderkomen.
-
1587 - Waalse kerkgemeente onstaat
Naast de Nederduits Gereformeerde gemeente ontstond in 1587 een Waalse. Deze gemeente, waar in het Frans werd gepreekt, kwam aanvankelijk bijeen in de voormalige kapel van het gasthuis en vanaf 1613 in een kerkgebouw aan de Poststraat. Deze gemeente had vanaf 1694 twee predikanten. Aanleiding voor deze uitbreiding van het groeiende aantal leden als gevolg van de vestiging van de Franse Hugenoten.
-
1591 - Nobelpoort wordt gerestaureerd
In 1591 wordt de poort gerestaureerd met stenen van het vervallen kerkgebouw van Westerschouwen.
-
1597 - aanleg havenkanaal
De haventoegang via de Gouwe was dermate verzand, dat de stad steeds moeilijker bereikbaar was. Daarom werd besloten tot een ambitieus project. Het plan voorzag in het graven van een 3 kilometer lang havenkanaal vanaf de zuidelijke stadsgracht in zuidwestelijke richting naar de Oosterschelde. Aan weerszijden van het kanaal werden dijken gelegd en bij de monding een havenhoofd. Dit werk werd uitgevoerd in 1597-1599.
-
1599 - afbraak zuidelijke stadsmuur (nieuwe haven)
Door aanleg van het havenkanaal in 1597-1599 werd de zuidelijke stadsmuur afgebroken en veranderd in een kade. De hier ontstane aanlegplaats werd de Nieuwe Haven genoemd.
-
1604 - 3e predikant Gereformeerde kerk
Door het groeiend aantal kerkgangers werd een 3e predikant aangesteld voor de Gereformeerde kerk.
-
1610 - Dam over verzandde Gouwe gereed
Een logisch vervolg op de totstandkoming van het havenkanaal was de afdamming van de sterk verzandde Gouwe. De schorren en slikken tussen Schouwen en Duiveland vielen 3 a 4 uur per dag geheel droog. In 1610 kwam de dam gereed. Vooral voor de inwoners van Duiveland was de dam een uitkomst. Veel gemakkelijker konden zij hun produkten naar Zierikzee vervoeren.
-
1613 - Gasthuiskerk voor Gereformeerde kerk
Naast de St. Lievensmonsterkerk kreeg de Gereformeerde kerk in 1613 de beschikking over de Gasthuiskerk. Sindsdien werden beide kerken aangeduid als Grote en Kleine Kerk.
-
1613 - Waalse kerk vanuit Poststraat
De Waalse kerk, waar in het Frans werd gepreekt, heeft haar diensten vanaf 1613 in een kerkgebouw aan de Poststraat.
-
1613 - Weeshuis ontstaat uit Heilige Geesthuis
Het Weeshuis ontstond waarschijnlijk in 1613 uit het Heilige Geesthuis en was gelegen op de hoek van het Kerkhof en de Poststraat. De wezen die hierin werden opgenomen, kregen onderwijs. De jongens gingen veelal in de leer om een ambacht te leren en de meisjes hielden zich bezig met naaien. In de tweede helft van de 18e eeuw schommelde het aantal wezen dat in dit Burgerweeshuis woonde rond de 50.
-
1614 - 4e predikant Gereformeerde kerk
Door het groeiend aantal kerkgangers bij de Gereformeerde kerk werd een 4e predikant aangesteld.
-
1617 - bouwlokatie terrein kasteel Ravenstein
In 1617 werd het terrein van het kasteel Ravenstein als bouwlokatie aangewezen. De huizen kwamen te staan aan twee nieuwe straten: de Ravestraat en de Schuttershofstraat. De laatste genoemd naar het onderkomen van de schutters aldaar. De nieuwe huizen waren vooral bestemd voor matrozen en knechts en hun gezinnen.
-
1619 - vestiging Pater Willem Junius (RK-kerk)
De uitoefening van de Rooms-Katholieke godsdienst werd aanvankelijk verboden. De goederen van de kerk waren geconfisqueerd door de gewestelijke overheid en met de opbrengsten werden onder meer de salarissen van de Gereformeerde predikanten betaald. Toch bleef een deel van de bevolking het oude geloof trouw. In 1619 vestigde pater Willem Junius (= de Jonge) zich hier. Een huiskerk werd ingericht in een pand aan de Oude Haven noordzijde.
-
1621 - bouw blauwe Bolwerk
Omdat Zierikzee nog steeds rekening moest houden met een aanval door de Spanjaarden werden reeds tijdens het Twaalfjarig bestand plannen ontworpen om de stadsverdediging te verbeteren. Dat was dringend nodig. Aan de zuidzijde lag de stad open en de grachten waren dichtgeslibd tijdens het Spaanse beleg.
Aan de westzijde van het havenkanaal werd in 1621 het Blauwe Bolwerk gebouwd.
-
1624 - bouw Schutterspoort (Hoofdpoort)
Ter vervanging van de Bagijnepoort werd in 1624 de Schutterspoort gebouwd, die later Hoofdpoort werd genoemd.
-
1644 - bloei zoutziederij
In 1644 telt de zoutziederij 40 ketels.
-
1650 - 5e predikant Gereformeerde kerk
Door het groeiend aantal kerkgangers bij de Gereformeerde kerk werd een 5e predikant aangesteld.
-
1652 - Oranje Bolwerk gereed
In 1652 kwam tegenover het Blauwe Bolwerk in het Havenkanaal het het Oranje Bolwerk gereed.
-
1652 - sluiting oudst bekende schriftelijk contract in Nederland
Rijkdom, afkomst en status waren voorwaarden om opgenomen te worden in de beperkte kring van het stedelijk pratriciaat. Velen hadden rechten gestudeerd; illustratief daarvoor was een rijmpje met de frase: “Drie Zierikzeeënaars, twee advocaten”. De regenten gingen een aparte stand vormen, die zich onder meer kenmerkte door hun woonhuizen. Vooral in de 18e eeuw werden veel huizen vergroot door twee of drie panden samen te voegen. Fraaie gevels moesten deze behuizingen allure bezorgen. Om onderlinge ruzies tegen te gaan werden “contracten van correspondentie” gesloten. In deze overeenkomsten legden de zittende leden nauwkeurig de verdeling van de ambten vast, waarmee grote macht en financiële belangen waren gemoeid. Het is veelzeggend dat het oudst bekende schriftelijk contract in Nederland in Zierikzee werd gesloten (1652).
-
1653 - versiering voorgevel Gasthuiskerk
In 1653 werd de voorgevel versierd met het wapen van de stad Zierikzee, vastgehouden door een zeemeerman en een zeemeermin. Toen werden ook de potten op de kroonlijst geplaatst.
-
1655 - aangevoerde kaas: 164.498 pond
De veeteelt speelt een belangrijkere rol. Straatnamen herinneren aan deze bedrijvigheid: Appelmarkt, Botermarkt (noordelijk deel van de Varremarkt), Lammermarkt, Melkmarkt en Varremarkt (var betekent stier). De hoeveelheid kaas die in 1655 in Zierikzee werd aangevoerd beliep maar liefst 164.498 pond. Grote schade ondervond de veeteelt van het verzilten van de grond.
-
1655 - verbouw Leprozenhuis voor pestslachtoffers
Pestslachtoffers werden verpleegd in het Sint Rochushuis, dat aan de Hoge Molenstraat stond, tegenover het gasthuis. In 1655, toen “gesel Gods” opnieuw dreigde, werd even buiten de Noordhavenpoort aan de Grachtweg het Leprozenhuis verbouwd om de pestlijders te kunnen verplegen.
-
1663 - Plockhoy sticht kolonie Swaanendael (Delaware)
De koopvaardij nam een belangrijke plaats in. Maar de Zierikzeese schepen voeren zelden buiten de Europese wateren. Geheel anders dan in de middeleeuwen nam de Zierikzeese vloot slechts een bescheiden positie in. In Zeeland was het vooral Middelburg, dat zich ontwikkelde tot een centrum voor de vaart op Oost- en West-Indië. Eén van de weinige transatlantische contacten werd gelegd door de in Zierikzee geboren Pieter Corneliszoon Plockhoy (1620-1700), die tot de Doopsgezonden behoorde. Met geloofsverwanten vertrok hij uit Amsterdam naar Noord-Amerika en stichtte in 1663 de kolonie Swaanendael (Delaware). Hij streefde een christelijk-socialistische samenleving na met een coöperatieve grondslag. De Engelsen maakten met dit initiatief korte metten en plunderden de kolonie.
-
1670 - eerste vaste brug (Zuidwellebrug)
Eerste vaste brug met bijbehorende eenvoudig uitgevoerde poort wordt gebouwd bij de Zuidwellestraat. Daarvoor was er een ophaalbrug.
-
1672 - spreekstoel kerk
Een pronkstuk was de uit 1672 daterende spreekstoel. De voet werd gevormd door zes gebeeldhouwde mannenfiguren. De preekkerk werd afgesloten van het koor door een houten schot.
-
1682 - stormvloed
Tijdens de stormvloed van 1682 kwamen grote delen van het eiland onder water te staan. Dijkvallen waren een permanent gevaar.
-
1663 - vrouwen toegelaten in oude mannenhuis
Het Oude mannen- en Vrouwenhuis stond aan de oostzijde van de Manhuisstraat en opende in 1585 haar deuren. Om hierin opgenomen te worden moest men zich inkopen. Tegen betaling van een fors bedrag, dat afhankelijk was van de leeftijd, kregen mannen en vanaf 1663 ook vrouwen in dit huis een onderkomen.
-
1672 - ruiten stadhuis ingegooid
Toen de republiek in 1672 van ale kanten werd aangevallen, leidde dat in veel steden tot volksbewegingen tegen de regenten, die de benoeming van Willem III tot stadhouder zouden tegenwerken. Op 11 juli 1672 gooiden boeren en vissers de ramen van het stadhuis in en in de haven werd een schip van een regent geplunderd. De heren regenten werden gedwongen hun onderling contract te verscheuren en verzochten ontslag. Maar de Prins herstelde hen bijna allen weer in hun ambten.
-
1673 - Sint Rochushuis wordt Armkinderhuis
In 1673 werd het Sint Rochushuis geschikt gemaakt als Armkinderhuis. Ook dit diende als weeshuis maar de verzorging was minder dan in het Burgerweeshuis.
-
1685 - ophaalbrug Nobelpoort maakt plaats voor dam
In 1685 wordt de ophaalbrug vervangen door de huidige dam, die later werd voorzien van een borstwering.
Oorspronkelijk bevond zich voor de Nobelpoort een houten ophaalbrug.
-
1720 - de Zuidhoek door dijkval onder water
De Zuidhoek, het deel van de polder Schouwen ten oosten van het havenkanaal, stond in 1720/1721 lange tijd onder water. Het herstel van de dijken en het aanleggen van nieuwe verdedigingswerken tegen de zee kostte kapitalen. Alleen al met de aanleg van een nieuwe inlaagdijk bij de Zuidhoek was zo’n 225.000 gulden. Het gebied bleef problemen opleveren door de dijk- en oevervallen.
-
1725 - verkoop heerlijkheid Vierbannen van Duiveland
De stad stond ook voor hoge uitgaven, zoals de vernieuwing van het Verste Sas in het Dijkwater. De kosten werden voor het grootste deel betaald uit de opbrengst van de verkoop van de Vierbannen van Duiveland in 1725 (83.500 gulden).
-
1734 - schip 'de Palmboom' wordt gekaapt
De koopvaardij maakte in de 18e eeuw nog goede jaren door. Zierikzeese schepen gingen nu ook naar West-Indië om handel te drijven, maar de Europese handel bleef de voorkeur houden. Daarom waren de schepen meestal klein, vooral hoekers werden gebruikt. Fregatten waren er slechts enkele. Zierikzeese schippers kregen ook te maken met de uit Noord-Afrika afkomstige Barbarijse kapers. In 1734 werd het schip “de Palmboom” gekaapt.
-
1735 - oprichting Slavenkas
In 1734 werd het schip “de Palmboom” gekaapt.
Dat was het jaar daarop aanleiding om de Slavenkas op te richten. Dit fonds had als doel om zeelui, die gevangen waren genomen, los te kunnen kopen. De opvarenden van de koopvaardijschepen betaalden aan dit fonds. Al spoedig kreeg het een meer sociale doelstelling. De Slavenkas bestaat nog steeds en de reglementen van 1735 zijn nog steeds van kracht. Maar Zierikzeese zeelui worden niet meer gekaapt. Daarom houdt het fonds zich nu bezig met onder andere de maritieme geschiedenis en geeft het financiële steun door het verstrekken van leningen.
-
1747 - oproer
Franse troepen waren Zeeuws-Vlaanderen binnengevallen. Op de 25e april werd Willem IV in Veere tot stadhouder uitgeroepen. Nog diezelfde dag werden de ramen van het Zierikzeese stadhuis ingeworpen. De boeren van eiland kwamen naar de stad om “te helpen”. Enkele regenten werden gemolesteerd. Vooral dr. Jacob de Witte moest het ontgelden
omdat men hem, geheel ten onrechte, hield voor een familielid van de in 1672 vermoorde gebroeders de Witt. Een dag later werd het stadhuis geplunderd. Op de 27e dreigden scheepstimmerlieden af te rekenen met de regenten. De schrik zat er zo diep in dat geen van hen zich durfde te vertonen. Evenals in 1672 hielpen de predikanten, waarin het volk veel vertrouwen stelde, om een tijdelijke regering te benoemen, waarin vertegenwoordigers van het platteland werden opgenomen. De uit Den-Haag teruggekeede mr. Pieter Mogge, dezelfde die Zierikzee zo genereus zou bedenken met een legaat, werd gemolesteerd en in verzekerde bewaring gesteld. De komst van soldaten verhinderde verdere escalatie. De Prins (zie foto) bezocht op 2 juni de stad en ontsloeg 3 raadsleden, die zich erg gehaat hadden gemaakt.
-
1747 - grote welvaart koopvaardij en visserij
In 1747 was Zierikzee de thuishaven van 97 koopvaardijhoekers tegen 53 vishoekers.
-
1747 - veepestepedemie
De veeteelt had herhaaldelijk te kampen met veepestepidemieën. In 1747 stierf meer dan driekwart van het rundvee. De veestapel liep zodanig terug dat de behoeften van de eilandbewoners nauwelijks werden gedekt.
-
1750 - bloei oester- en kreefthandel
De oester- en kreefthandel kreeg in de 18e eeuw betekenis door een groeiende vraag naar dit zeebanket. Zierikzee telde 5 oesterputten. Maar in de Franse tijd was de handel op zijn retour
-
1752 - subsidieregeling nieuwe hoekers
De haringvisserij kreeg zware tegenslagen te incasseren. Hier wreekte zich het feit dat Zierikzee geen grote vismarkt had. Daardoor was de concurrentie met de steden langs de maasmonding niet vol te houden. De visserij beperkte zich tot de vangst van kabeljauw. Maar vele vissers kozen liever voor de koopvaardij, die in de eerste helft van de 18e eeuw floreerde en waar hogere lonen werden betaald. Bovendien liepen de visvangsten terug.
In 1752 werd een subsidieregeling vastgesteld voor nieuwe hoekers. Deze steun werd 20 jaar later met behulp van geld uit het legaat Mogge fors uitgebreid. Maar de visserij bleef verliezen lijden. In 1792 was het aantal vishoekers gedaald tot 21. Zes jaar later waren dat er nog slechts 7. Door de oorlogsomstandigheden werd het vissen buitengaats vrijwel onmogelijk.
-
1760 - Nobelpoort 's nachts gesloten
Op 25 maart 1760 bepaalt de stedelijke autoriteiten dat de Nobelpoort van mei tot en met september om 22.00 uur wordt gesloten. Wie later komt moet door de Noordhavenpoort om de stad binnen te komen.
-
1768 - RK neemt kerkgebouw in gebruik
In 1768 werd door de Rooms Katholieke kerk een nieuw kerkgebouw op de hoek Paardenstraat-Hoge Molenstraat in gebruik genomen.
-
1775 - vloot Koopvaardij aanzienlijk ingekrompen
De koopvaardij kreeg omstreeks het midden van de 18e eeuw te kampen met tegenslagen. In de periode 1746-1775 daalde de vloot van 84 naar 28 schepen. Als gevolg van de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784) stagneerde de koopvaardij. Zierikzeese schepen werden door de Engelsen gekaapt.
-
1775 - leden stadsbestuur vluchten
Op 21 oktober bereikte, ondanks vijandelijk vuur, een vloot uit Middelburg de stad. Zij namen 7 leden van het stadsbestuur, die sympathiseerden met de Spanjaarden, mee terug. Om het geïnundeerde gebied de vijand te bestrijden werd door Arend van Dorp een vloot van grote en kleine geplatboomde schepen uitgerust. Met deze vaartuigen werden strooptochten ondernomen. De gevonden voorraden graan en hooi en vee werden meegenomen naar Zierikzee.
-
1782 - kaping Engelse pakketboot
De koopvaardij kreeg omstreeks het midden van de 18e eeuw te kampen met tegenslagen. In de periode 1746-1775 daalde de vloot van 84 naar 28 schepen. Als gevolg van de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784) stagneerde de koopvaardij. Zierikzeese schepen werden door de Engelsen gekaapt. Vanuit Zierikzee werden kaperschepen uitgerust. Kapitein Jan Willem Sextroth wist op 28 oktober 1782 met zijn schip “De Goede Verwachting” een Engelse pakketboot te kapen.
-
1783 - 'de Val' onstaat door dijkval
Door dijk of oeverval liep 'de Val', een ingelopen deel van de inlaag onder water. Dit werd laer gebruikt als veerhaven 'de Val'.
-
1783 - bouw Zuidwellebrug
De huidige Zuidwellebrug wordt gebouwd.
-
1787 - oproer
Veel regenten behoorden tot de partij van de patriotten. Na allerlei schermutselingen met de Oranjegezinden vanaf het jaar ervoor kwam het maandag 24 september 1787 tot een uitbarsting. Een compagnie van het patriottissche exercitiegenootschap “Voor Eendracht en Vrijheid” werd in het nauw gedreven en vuurde op het volk, hetgeen 3 levens kostte. Het woedende publiek nam wraak. De boeren werden naar de stad gedirigeerd en 7 uur lang werden onder het luiden van de klokken de huizen van de patriotten geplunderd. Na afloop bood de stad een chaotische aanblik. Meer dan 100 huizen waren geplunderd, waarvan 73 geheel. De Oude Haven lag vol met kapot geslagen meubilair en de straten zagen wit van de veren van opengesneden matrassen en kussens. Onder leiding van de Oranjegezinde dokter Pieter Abraham de Jonge werd de rust weer hersteld. De Prins ontsloeg 6 regente
-
1788 - bouw Oude Haven 55 (de Aveling)
Het wordt in of omstreeks 1788 op een dubbel erf nieuw gebouwd. Deze forse panden krijgen later, toen zij voor particuliere bewoning minder geschikt werden geacht, geleidelijk aan andere bestemmingen dan oorspronkelijk in de bedoeling lag.
-
1795 - vroedschap legt regering neer
In 1794/1795 bezetten legers van het revolutionaire Frankijk de Republiek. Evenals elders werd een revolutionair comité ingesteld. Op 5 februari 1795 trad een nieuw stadsbestuur aan en de volgende dag legde de vroedschap de regering neer.
-
1795 - Nobelpoort wordt magazijn ammunitie
In 1795 wordt de Nobelpoort als magazijn ingericht voor kleding en ammunitie. Omdat in de Nobelpoort toen kruit lag, mochten mensen in de Nobelstraat en omgeving 's winters niet stoken omdat men bang was voor ontploffingsgevaar.
-
1795 - Franse vlag op Dikke Toren
Vrijdag 13 februari wordt de Franse vlag op de Dikke Toren uitgestoken en wordt er rond de Vrijheidsbomen, die voor het stadhuis en op de Brede Brug zijn geplant, vrolijk gedanst. De patriot en kroniekschrijver Johan de Kanter Phil.z. is er enthousiast over: “Regeerings Leden en hunne Medeburgers; Grijsaards en Jongelingen; Vrouwen en Maagden van allerlei rang en vemogen huppelden juigend om het zinnebeeld der vrijheid…men zag niets dan Broederschap en Blijheid.”. Het nieuwe stadsbestuur, voor een deel bestaand uit leden van de vroegere patriciërsfamilies, wordt in veel opzichten uitvoerder van hetgeen door hoger hand wordt bepaald. Daartoe behoort onder andere de afschaffing van de gilden en van allerlei voorrechten van de vroegere regenten. Als uitvloeisel van het gelijkheidsdenken worden de wapenborden uit de Grote Kerk weggenomen en de wapens op de grafstenen weggehakt.
-
1795 - Nobelpoort wordt 'Porte d'Aboukir'.
De Fransen hebben de stad in bezit genomen en de naam van de Nobelpoort verandert in 'Porte d'Aboukir'. Deze naam zou de poort maar kort dragen.
-
1797 - oprichting Zierikzeesche Courant
in 1797 werd de Zierikzeesche Courant opgericht.
-
1798 - scheiding kerk en staat
In 1798 volgde de scheiding van kerk en staat. Als gevolg daarvan moesten de Gereformeerden de rechten van de andere kerkelijke gemeenten op de Grote en Kleine Kerken afkopen. De Gereformeerden of Hervormden vormden 74% van de bevolking, gevolgd door de Rooms-Katholieken met 20%. De Luthersen, Waals-Gereformeerden, Doopsgezinden en Joden vormden de resterende 6%.
-
1800 - Leprozenhuis voor afbraak verkocht
Het Leprozenhuis werd in 1800, voor afbraak verkocht.
-
1804 - kaping beurtschip door Engelsen
Hoewel de oorlog met Engeland de handel belemmerde had Zierikzee nog een bescheiden vloot. Er voeren 11 koopvaardijschepen en 7 vissersschepen. Maar het uitvaren werd steeds gevaarlijker. Engelse kruisers waagden zich zelfs bij het Zierikzeese havenhoofd en kaapten in 1804 het beurtschip van Anthonie Ribbens, afkomstig uit Rotterdam. Op vrij grote schaal moeten er goede zaken gedaan zijn met smokkelarij.
-
1808 - zware stormvloed
In de nacht van 14 op 15 januari 1808 werd de stad getroffen door een zware stormvloed. Vooral de straten die naar de Nieuwe Haven liepen, werden zwaar beschadigd en velen hadden tenauwernood gelegenheid zich op hun zolders in veiligheid te brengen. Eén man verloor het leven. De schade bedroeg ruim 30.000 gulden. Deze stormvloed was aanleiding tot het plaatsen van vloedplanken bij de straten om het binnendringen van het zeewater te voorkomen. Langs de Oude- en Nieuwe Haven zijn de sleuven nog te zien waarin de vloedplanken werden geplaatst bij extreem hoog water.
-
1809 - Marktdag naar donderdag
Ter wille van de Joodse stadsgenoten werd vanaf 1809 de marktdag in plaats van zaterdag op donderdag gehouden.
-
1809 - Lodewijk Napoleon bezoekt Zierikzee
Van 5 tot 9 mei 1809 bezocht Lodewijk Napoleon, koning van Holland, Schouwen-Duiveland. Met groot vertoon werd de vorst in Zierikzee ontvangen. Door ruime giften mocht hij zich in sympathie van velen verheugen.
-
1810 - huiszoeking Franse douaniers
Toen in 1806 het Continentaal Stelsel soor de Franse keizer werd ingevoerd om Engeland op de knieën te krijgen, werd de handel moeilijker. Maar dat de smokkel bleef doorgaan kwam uit toen in 1810 Franse douaniers huiszoeking deden en heel wat koloniale waren aan het licht brachten.
-
1810 - Franse wetten van kracht
Het gemak waarmee de Engelsen een deel van Zeeland hadden kunnen veroveren was voor de Franse keizer aanleiding zijn broer heen te zenden en het Koninkrijk Holland in te lijven bij het keizerrijk (1810). Daardoor werden de Franse wetten van kracht. Binnen de kerken mocht niet langer begraven worden. Om die reden werd bij de Noordzelke een nieuwe begraafplaats aangelegd. Vooral de nieuwe onder-prefect, Jean Paul Alban vicomte de Villeneuve-Bargemont, beijverde zich om Zierikzee en omstreken te verfransen. De belangrijkste straten en de poorten kregen Franse namen. Pas geboren kinderen werden in de nieuwe burgerlijke stand ingeschreven als Jean en Pierre in plaats van Johannes en Pieter. Ook de schepen werden voorzien van Franse namen. Dat de Zierikzeeënaren deze maatregel gelaten over zich heen lieten komen, blijkt uit een van die scheepsnamen, “C’est ainsi et pas autrement” (Het is zo en niet anders). Weinig verheffend was het staaltje van cultuurbarbarisme van de maire van Zierikzee, dokter Nicolaas de Kater. Hij liet een groot deel van de stedelijke archieven opruimen voor meer ruimte in het stadhuis in verband met de nieuwe rechterlijke colleges die benoemd waren. De bevolking kwam nu rechtstreeks met de oorlogslasten in aanraking. De daarvoor in aanmerking komende jongemannen moesten in het Franse leger of bij de marine dienen. Anderen werden ingedeeld bij de kustwacht. De inkwartiering drukte zwaar op de bevolking. Om de lasten daarvan op te vangen werd een fonds ingesteld. Iedereen moest daaraan bijdragen en met de inkomsten werden de kosten betaald, die verbonden waren aan het huisvesten van militairen. Dit Fonds van Kazernering bestaat nog steeds. Maar nu kan met er een beroep op doen voor sociaal-culturele activiteiten.
-
1811 - Gasthuis wordt opgeheven
Het Gasthuis wordt opgeheven.
-
1813 - West- en Hoofdpoort onbruikbaar gemaakt
De stad werd in staat van verdediging gebracht. Om het aantal te verdedigen doorgangen te beperken werden onder meer de West- en Hoofdpoort onbruikbaar gemaakt.
-
1813 - overgave Fransen
Na Napoleons beslissende nederlaag bij Leipzig begonnen te troepen zich terug te trekken uit Nederland. De Franse bevelhebber, baron Ducos, bleef evenwel met zijn troepen in Zierikzee. Vanzelfsprekend broeide en gistte het. Vooral toen het gerucht verspreid werd dat de Fransen een in de haven liggend oorlogsbrik, die volgestouwd was met buskruit, wilden laten springen. Een aantal Engelse schepen verscheen voor de kust en eiste de stad op. De Fransen werd een veilige aftocht geweigerd. Baron Ducos besloot daarop de stad te verlaten. Voor het stadhuis jubelde een menigte: “Hoezee! Oranje boven!”. Wat een rustige aftocht moest worden, ontaardde in paniek. De Franse militairen verlieten in wanorde de stad om zo snel mogelijk te ontkomen. Op 8 december 1813, nog in de nacht, werd de stad overgegeven aan de Engelsen, die met 200 man binnenmacheerden. Tot burgemeester werd mr. W.A. de Jonge benoemd, één van degenen, die in 1795 het veld had moeten ruimen.
-
1813 - nieuw gemeentebestuur
“…weldra ziet gij roem, welvaart, vrijheid en veiligheid opdagen: dit zijn de vruchten , die gijlieden te wachten hebt”. Zo eindigde de proclamatie van het kersverse gemeentebestuur op 15 december 1813.
-
1814 - Gasthuis wordt voor sloop verkocht
Het Gasthuis wordt voor sloop verkocht
-
1814 - schuldenlast bijna 112.000 gulden
de stad kampte nog altijd met een hoge schuldenlast. In 1814 bedroeg die bijna 112.000 gulden. Door middel van extra belastingen, vooral accijnzen, werd geprobeerd dit tekort te saneren
-
1816 - stadswapen wordt verleend
Op 20 februari 1816 bevestigt de Hoge Raad van Adel, namens de koning, het verzoek tot het bezit van een stadswapen.
-
1816 - armoede, 1850 behoeftigen
In de winter van 1816-1817 werden meer dan 1850 behoeftigen bedeeld met brood, aardappelen, gort, spek, vlees en turf. Het aantal steeg tot circa 2.000. Dat betekende dat ongeveer een kwart van de bevolking tot de bedeelden behoorde. Om werkelozen aan het werk te helpen werden armenfabriekjes opgericht van onder andere pak-, zak- en behangselslinnen en koffiebalen en een breischool en spinnerij. Maar ze gingen snel teniet.
-
1818 - oprichting 'de Nieuwe Visscherij'
Geprobeerd werd van Zierikzee weer een visserijplaats te maken door de oprichting van de “Nieuwe Visscherij” in 1818. De poging werd gefinancieerd met bijdragen van particulieren, uit het legaat Mogge en het Rijk. Binnen 4 jaar moesten 16 visserijschepen uitvaren. Maar door financiele problemen werden dat er maar 11. Het project werd een mislukking. Oorzaken waren onder andere tegenvallende vangsten, lage prijzen en gebrek aan aas. Bovendien was er tekort aan bekwaam scheepsvolk; de bemanning moest grotendeels van elders komen.
-
1819 - Oude Mannen- en Vrouwenhuis ontruimd
In 1819 werd het Oude Mannen- en Vrouwenhuis ontruimd en later afgebroken.
-
1822 - bloei nijverheid
De nijverheid had vooral lokaal en regionaal belang. Zierikzee telde in 1822 twee brouwerijen, twee looierijen, vier meestoven, twee touwslagerijen, een zeepziederij, een zoutkeet, een bezemmakerij, een traankokerij, twee grutmolens, twee zaagmolens, een olie- en gortpelmolen en vier korenmolens.
-
1832 - waarschuwing onvoorzichtigheid met vuur
De loodgieters gebruikten voor hun werk aan de dakgoten open potten met vuur voor het smelten van het lood. Vermoedelijk is ook de brand van de Sint Lievensmonsterkerk te wijten aan onvoorzichtigheid van loodgieters. Op vrijdag 5 oktober 1832 hadden de loodgieter Jacob Kodde en zijn knechts nog in de dakgoten gesoldeerd. Ze lieten een onafgedekte vuurpot staan tussen de middelste en zuidelijke dak. De weduwe Van Dopff-Kempe, wonend aan de noordzijde van het kerkhof had ze nog zo gewaarschuwd; “Jongens, jongens! Wat ga je roekeloos met dat vuur om!”.
-
1832 - brand St. Lievensmonsterkerk
In de nacht van zaterdag 6 op zondag 7 oktober 1832, omstreeks half één, ontdekte men brand aan de zuidwestzijde van het kerkdak. Door een sterke wind, waaiend uit het westen en zuidwesten, breidde het vuur zich zeer snel uit over het gehele dak.
-
1832 - sloop St. Lievensmonsterkerk
De Grote of Sint Lievensmonsterkerk brand af in 1832.
Alle gegevens wijzen erop dat het zeer goed mogelijk zou zijn geweest om de muren te herstellen en opnieuw daken aan te brengen. Toch werd dit zelfs geen moment overwogen.
De kerk wordt in zijn geheel gesloopt.
-
1832 - Geldinzameling voor nieuwe kerk
Op 12 oktober lieten de kerkvoogden een circulaire uitgaan aan alle gemeenteleden. Huis aan huis werd deze bezorgd. De kerkvoogden schreven:
“Het droevig lot, ’t welk onze stad, en meer bepaald onze gemeente, in het verlies van hare Grote Kerk en het schoonst mogelijke Orgel getroffen heeft, is U allen overbekend. Betreurenswaardig is dat verlies: maar hoe onoverkomelijk het U ook moge toeschijnen, is het te herstellen, indien onze vereenigde krachten zich daartoe wenschen en willen schikken… Ja! was meer is, wij moeten eene Kerk en een Orgel uit de asch doen verrijzen, waarop onze gemeente, naar hare behoefte, roem kan dragen…”
De kosten van een nieuwe kerk werden berekend op 70.000 gulden. Een vrij laag bedrag, maar rekening was gehouden met een flinke opbrengst van de verkoop van de afbraak van de kerk. De gemeenteleden werden opgeroepen om giften te schenken, die vermeld konden worden op de circulaire. Op 15 oktober zouden de circulaires weer worden opgehaald. De inschrijving werd een enorm succes. Het lukte voor bijna 42.000 gulden aan giften en toezeggingen binnen te krijgen. Wanneer men bedenk dat dit tweemaal het bedrag van de begroting van het stadsbestuur was en achtmaal de begroting van de kerkvoogdij, dan was dit een buitengewoon goed resultaat. Van hoog tot laag droeg vrijwel ieder gemeentelid zijn “steentje” bij.
-
1832 - opgraving stoffelijke resten
In de Zierikzeesche Courant werd een advertentie geplaatst over het opgraven van lijken. Tot 1829 was in de kerk nog regelmatig begraven en bij het afbreken wilde men de graven verwijderen. In totaal lagen er 1448 graven. Degenen, die grafkisten van hun familieleden wilden overbrengen naar de Algemene begraafplaats, konden zich binnen 14 dagen bij de kerkvoogdij aanmelden. Van deze mogelijkheid werd door velen gebruik gemaakt. De overgebleven graven werden geopend en vernield. Wagenvrachten met doodsbeenderen werden per schip afgevoerd.
-
1832 - afbraak koor en kapellen
Nog in november werd begonnen met de afbraak van het koor en de erbij behorende kapellen. Begunstigd door een zachte en droge winter verliepen de werkzaamheden voorspoedig, zodat ze in januari 1833 waren voltooid. Alles verliep zeer systematisch. ook de funderingen van het koor werden tot een behoorlijke diepte weggebroken. In dat koor bevond zich onder meer de fraaie tombe van de familie Conyers/De Pottere (afbeelding Rijksarchief in Zeeland) Nabestaanden waren er niet en niemand interesseerde zich voor deze graftombe. Uiteindelijk werd deze tijdens de afbraak stukgeslagen. Een opmerkelijk staaltje van vernielzucht! Twee erop geplaatste borstbeelden van Hendrik de Pottere (overleden 1620) en van Agatha van Wissenkerke (overleden 1608) kwamen later tercht in het stadsmuseum. Even overwoog met nog de muren van het schip te behouden. Deze konden wellicht nog benut worden voor de nieuw te bouwen kerk. De sloopmaterialen brachten echter dermate veel op dat besloten werd ook deze laatste muren af te breken. De afbraak en bijkomende werkzaamheden duurden tot en met april 1834.
-
1834 - afbraak St. Lievensmonsterkerk voltooid
De afbraak van de Sint Lievensmonsterkerk en bijkomende werkzaamheden duurden tot en met april 1834.
-
1836 - laatste Hoeker vergaat bij IJsland
In 1836 verging de laatste hoeker bij IJsland.
-
1836 - verwijdering houten klokkenhuis
Een houten klokkenhuis siert tot 1836 de Sint Lievensmonstertoren.
-
1838 - bouw Stads- en Commerciewerf
Cornelis Smit uit Kinderdijk laat in 1838 een scheepswerf, de Stads- of Commerciewerf, bouwen.
-
1838 - bouw 'de Stad Zierikzee'
Op de Stads- of Commerciewerf wordt in december 1838 de kiel van “De Stad Zierikzee”, bestemd voor de vaart op Oost-Indie, gelegd.
-
1838 - oprichting calicotweverij
Het meest succesvol was een weverij, die in 1838 werd opgericht door de firma Salomonson uit Almelo. Deze fabriek verschafte in de periode 1838-1856 aan zo’n 150 tot 200 arbeiders, meest bedeelden, werk en werkte met wisselend succes. De katoenen stoffen, die hier werden vervaardigd, vonden vooral hun weg naar Oost-Indië.
-
1839 - bouw nieuw pand calicotweverij
Voor de weverij werd in 1839 aan de zuidzijde van het Kerkhof een nieuw pand gebouwd, dat plaats bood aan 120 weefgetouwen. Een jaar later werd aan de westzijde een vleugel aangebouwd. Een deel hiervan is bewaard gebleven.
-
1840 - stichting scheepswerf 'de Goede Intentie'
J. Strickaert uit Brussel sticht in 1840 scheepswerf: 'De Goede Intentie'.
-
1842 - sloop Westpoort en Zuidwellepoort
De grote industriële ontwikkelingen gaan Zierikzee goeddeels voorbij. Staan elders de poorten in de weg voor het verkeer, in Zierikzee is dat nauwelijks het geval. Daarom blijven de 3 grote stadspoorten bespaard. Daarentegen worden de 3 kleine poorten gesloopt, de Westpoort en de Zuidwellepoort in 1842. Op de plaats van de afgebroken poorten worden aan weerszijden wachthuisjes geplaatst, die door een hekwerk aan elkaar verbonden konden worden.
-
1845 - oproer invorderingen belastingen
Begin 1845 ontstond een oproer als reactie op de invordering van belastingen. Zelfs inboedels werden publiek geveild om de schuld te verhalen. Deurwaarder Costerus kocht op zo´n veiling een zogenaamde kastklok voor 5 gulden. Maar daarin bleek zich geen uurwerk te bevinden! Hilariteit alom. ´s Avonds vond voor zijn huis in de Poststraat een volksoploop plaats. Vol leedvermaak werd een haastig gemaakt spotlied door wevers en leerlingen van de tekenschool gezongen en werden ruiten ingegooid. Ook elders in de stad gebeurde dat. Door snel ingrijpen werd erger voorkomen.
-
1845 - Nieuwe kerk gereed
In 1845 komt de Nieuwe Kerk gereed.
-
1846 - Garancinefabriek van start
Tijdelijk succes had de garancinefabriek, die in 1846 aan de Nieuwe Bogerdstraat van start ging. Garancine was een meekrappreparaat dat bereid werd met zwavelzuur. Apotheker J.H. Ochtman en 4 anderen wilden deze nieuwe techniek toepassen met behulp van stoomkracht. De fabriek draaide goed, maar voor Zierikzee bracht deze grote overlast met zich mee.
-
1847- stoombootveerdienst Rotterdam
Het vervoer werd beter en sneller door de stoomboten, die in de vaart kwamen. Vanaf 1847 voer een stoomboot van en naar Rotterdam.
-
1849 - sloop stadsmuren
De stadsmuren werden in 1849 gesloopt en voor een klein deel veranderd in plantsoen.
-
1850 - zoutziederij stort in
Het aantal ketels in de zoutziederij is gedaald tot 9 stuks.
-
1856 - Gasfabriek start
Gasfabrieken waren er volop -in Zierikzee ging er een in 1856 van start-
-
1860 - telegraaflijn gelegd
Een telegraaflijn wordt in 1860 gelegd.
-
1862 - bezoek koning Willem III
Op 29 mei 1862 brengt de 45-jarige koning Willem III een bezoek aan Zierikzee als onderdeel van een tocht door Zeeland. Na hartelijk ontvangst is er een diner in de zaal van de arrondissementsrechtbank, de huidige trouwzaal van het stadhuis. Na het diner volgt een rijtoer door de stad.
-
1865- stoombootveerdienst Middelburg
In 1865 start de stoombootveerdienst van en naar Middelburg
-
1866 - stadspoorten niet meer afgesloten
Stadspoorten worden geopend. Tot 1866 werden de stadspoorten 's-avonds gesloten.
Laatkomers kregen tegen betaling aan de poortwachter toegang via het klinket, het kleine deurtje in één van de poortdeuren. De laatste poortwachter heette Hubrecht de Voogdt.
-
1867 - afbraak wachthuisjes kleinere poorten
In 1867 worden de wachthuisjes die op de plaats van de afgebroken (kleinere) poorten waren gebouwd en die door middel van een hekwerk met elkaar kunnen worden verbonden, voor afbraak verkocht.
-
1868 - sluiting calicotweverij
Door gebrek aan afzet en de verbeterde produktiemethodes met behulp van stoomkracht werd de weverij in 1868 gesloten.
-
1868 - sloop Hoofdpoort
Eind 1869 wordt de Hoofdpoort gesloopt.
-
1868 - oprichting Hogere Burgerschool
In 1869 werd een Hogere Burgerschool (HBS) opgericht.
-
1871 - demping oude Haven (Havenplein)
De haven, vroeger zorgvuldig gekoesterd, werd nu als hindernis ervaren. De hoge kosten verbonden aan het onderhoud van de kaden was de belangrijkste reden om in 1871 en 1872 het deel van de Oude Haven vanaf de Gasthuiskerk met het aansluitende water tot de gracht te dempen. Hierdoor ontstond het Havenplein. Daardoor verloor Zierikzee een karakteristieke brug: de Stenen of Brede Brug tegenover de Gasthuiskerk.
-
1880 - sluiting Latijnse school
De Latijnse school werd in 1880 gesloten.
-
1881 - Garancinefabriek stopt
De garancinefabriek draait goed, maar voor Zierikzee brent deze grote overlast met zich mee. In 1881 worden de bedrijfsgebouwen verkocht en een jaar later gesloopt (terplaatse wordt een openbare lagere school gebouwd, thans is het parkeerterrein). De reden was dat in 1868 twee Duitse chemici erin geslaagd waren de alizarine, de kleuernde bestanddelen uit de meekrap, te fabriceren uit koolteer. Dit komt vrij als bijproduct bij de fabricage van lichtgas. Gasfabrieken zijn er volop -in Zierikzee gaat er een in 1856 van start- zodat koolteer in ruime mate voorhanden was. Deze uitvinding betekent op termijn het einde van de garancine-industrie en later ook van de meekrapproduktie.
-
1881 - stichting Ambachtsschool
In 1881 werd een ambachtsschool gesticht, voorloper van de Scholengemeenschap Schouwen-Duiveland.
-
1891 - demping oude Haven (Havenpark)
De hoge kosten verbonden aan het onderhoud van de kaden was de belangrijkste reden om in 1891 het tweede deel van de oude Haven te dempen waarop een parkje werd aangelegd. Daardoor verloor Zierikzee een tweede karakteristieke brug: de ophaalbrug bij het Kraanplein.
-
1900 - opening tramlijn
In 1900 werd de tramlijn Steenbergen – Anna Jacobapolder en Zijpe – Zierikzee – Brouwershaven geopend.
-
1900 - oprichting Zeelandia
Oprichting van “Zeelandia” door H.J. Doeleman in 1900.
-
1912 - vestiging mosselkotters
Op initiatief van het raadslid en later burgemeester mr. A.J.F. Fokker vestigt zich in 1912 vanuit Tholen de 3 gebroeders Schot als mosselvissers. Later volgen andere families, vooral uit Zeeuws-Vlaanderen.
-
1915 - tramlijn verlengd
in 1915 en 1916 werd de tramlijn verlengd tot Burgh.
-
1917 - bommen op Zierikzee
Door verdwaalde vliegtuigen werden in de nacht van 30 april 1917 bommen uitgeworpen. De Engelse vliegeniers hadden zich ten onrechte boven Vlaanderen gewaand. Drie personen kwamen om het leven. De schade werd vergoed en Zierikzee hield geld over om een nieuw carillion aan te schaffen.
-
1920 - aansluiting elektriciteit
Elektriciteit kreeg Zierikzee in 1920.
-
1923 - opheffing Arrondissementsrechtbank
De Arrondissementsrechtbank werd in 1923 opgeheven. Behouden bleef destijds het kantongerecht.
-
1930 - aansluiting waterleiding
De aansluiting op het waterleidingnet werd in 1930 verwezelijkt.
-
1948 - aanleg woonwijk Plan Buijse
Aanvang bouw woonwijk Plan Buijse.
-
1953 - Watersnoodramp
Diep tragisch was de ramp, die zich in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 voltrok. De vloedplanken konden de ongekende hoge vloed niet keren. De schade die aangericht werd was enorm. Huizen stortten in en straten werden opengewoeld door het niets ontziende water. Vierentwintig mensen verdronken. De wallen werden, aangevuld met een zandzakkendam, in maar/april opnieuw gebruikt om deze andere vijand te bestrijden. Maar tot het gereedkomen daarvan drong het zeewater tot tweemaal toe per etmaal de stad binnen. Vanwege deze onhoudbare toestand moest het grootste deel van de bevolking opnieuw evacueren. Deze stormvloed was dermate ingrijpend van aard dat er nog steeds gesproken wordt in termen van “voor en na de ramp”. Groot was het medeleven en de hulp, die het rampgebied ontving. Uit deze periode dateren de jumelagebanden, die Zierikzee onderhoudt met St. Hilaire-du-Harcouet (Frankrijk) en Hatfield (Engeland).
-
1954 - woonwijk Plan Buijse verder aangelegd
Reeds voor de ramp ingezette vernieuwingen werden nu in een vlotter tempo verwezelijkt. Een nieuwbouwwijk werd in 1954 aangelegd in aansluiting op de bebouwing uit 1948 (plan Buijse). Deze woningen werden gebouwd door de in het laatstgenoemde jaar opgerichte woningbouwvereniging “Beter Wonen”.
-
1954 - restauratie Zuidwellebrug
De Zuidwellebrug wordt gerestaureerd.
-
1955 - bouw graansilo
Ondanks bezwaren van de Provinciale Zeeuwse Schooncommissie en de Bond Heemschut verleende de gemeenteraad van Zierikzee op 25 november 1954 toestemming tot de bouw. Men vond het gebouw te hoog (47,10 meter) en het silhouet van de stad zou blijvend worden verstoord.
-
1956 - bouw Rode Kruis Ziekenhuis
Ten noorden van het Kaaskenswater werd een ziekenhuis gebouwd, geschonken door het Zweedse Rode Kruis (1956/1957).
-
1957 - start restauratie Sint Lievensmonstertoren
In 1957 wordt gestart met de restauratie van de Sint Lievensmonstertoren die tot 1972 duurt. Hierbij wordt het huidige dak op de toren aangebracht.
-
1959 - aanleg wijk Malta
Aan het eind van de jaren ’50 werd een nieuw plan voor woningbouw uitgevoerd aan de oostzijde van de stad (plan Malta)
-
1960 - aanleg industrieterrein 'de Zuidhoek'
In 1960 werd Zierikzee aangewezen als ontwikkelingskern om de vestiging van industrie te bevorderen. Ten zuiden van de stad is een industrieterrein aangelegd. Dichtbij waren enkele bedrijven op landbouwgebied gevestigd, waaronder de 46 meter hoge graansilo.
-
1961 - stadsvlag vastgesteld
De vlag van de gemeente Zierikzee is officieel vastgesteld ingevolge besluit van de gemeenteraad, dd. 29 mei 1961, na ingewonnen advies van de Hoge Raad van Adel.
De omschrijving luidt:
rechthoekig, bestaande uit vijf horizontale banen van gelijke hoogte, in de kleuren, van boven naar beneden: rood, zwart, rood, zwart, rood.
-
1965 - bouw Oosterscheldebrug (Zeelandbrug)
1965 - bouw Oosterscheldebrug (Zeelandbrug)
-
1968 - bouw Corneliastichting
Bouw van het verpleegtehuis Corneliastichting (1986/1987)
-
1969 - aanleg wijk Plan West
Vanaf 1969/1970 start ten westen van Zierikzee de wijk 'Plan West', later Poortambacht. In deze wijk werden het bejaardencentrum “Borrendamme” en nieuwe scholen voor het voortgezet onderwijs gebouwd.
-
1970 ? - renovatie Havenkwartier
Als gevolg van deze nieuwe wijken trok de bevolking weg uit de binnenstad. Leegstand en verpaupering, vooral in het Havenkwartier, was het gevolg. Hier vond vanaf de jaren ’70 nieuwbouw plaats in de maat en stijl van de oorspronkelijke bebouwing. Waar huizen afgebroken waren ging “Beter Wonen” nieuwe woningen bouwen, die aansloten bij de bestaande bebouwing.
-
1972 - restauratie Sint Lievensmonstertoren voltooid
In 1972 wordt de restauratie van de Sint Lievensmonstertoren voltooid die in 1957 was gestart. Hierbij werd het huidige dak op de toren aangebracht.
-
1975 ? - aanleg bungalowwijk Kaaskenswater
in de jaren ’70 werd bij het ziekenhuis een bungalowwijk aangelegd.
-
1979 - Restauratie Nobelpoort
In 1979 vindt de laatste restauratie plaats. De kosten hiervan bedragen € 665.241,80.
-
1997 - restauratie Zuidwellebrug
De Zuidwellebrug wordt gerestaureerd.
-
2005 - Restauratie Nobelpoort
De torens worden opnieuw gevoegd, de kap wordt tegen houtworm behandeld en diverse onderdelen van de kap worden vernieuwd.
-
2017 - scheuren in Zuidwellebrug ontdekt
Op 22 juni 2017 worden er ernstige scheuren ontdekt in Zuidwellebrug, waarschijnlijk ontstaan door vocht en het zware vrachtverkeer wat over deze brug dit deel van de binnenstad inrijdt.
-
2019 - Onderhoud St. Lievensmonstertoren
In maart 2019 wordt begonnen met groot onderhoud aan de toren. Er wordt een indrukwekkende steiger aan de zuid- en westkant van de toren geplaatst.
De werkzaamheden bestaan uit restauratie van metsel- en voegwerk en het opnieuw zetten van het glas-in-lood in de ramen.
Op 3 januari 2018 brak een stuk van de torenversiering (pinakel) af in een storm. Drie andere pinakels werden toen uit voorzorg gedemonteerd. Ook deze pikanels worden gerestaureerd en teruggeplaatst.
Eind juni 2019 zal het project zijn afgerond.
-
2020 - Corona eist slachtoffers
In oktober zijn twaalf van de 27 cliënten van de afdeling somatiek van Eilandzorg-locatie De Wieken aan de Hogemolenstraat positief getest op corona. Vier van deze cliënten zijn afgelopen dagen overleden. Ook zijn 11 van de 59 medewerkers van deze afdeling besmet.
-
2020 - Opnieuw Corona uitbraak in zorgcentrum
Zorgcentrum De Wieken aan de Hogemolenstraat heeft op 14 december opnieuw te maken met een corona-uitbraak. Op de psychogeriatrische afdeling (PG) zijn zeven bewoners en één medewerker positief getest op het coronavirus. Alle bewoners van de vier PG-afdelingen van het zorgcentrum blijven de komende dagen in quarantaine.
-
2021 - Lockdown ivm Corona (Covid-19)
De stadsbeiaardier van Zierikzee, Janno den Engelsman, luidt zaterdagavond 23 januari 2021 op de beiaard van het Stadhuismuseum letterlijk de avondklok in. Om 18.30 begint het speciale concert als bemoediging voor degenen die zich nog even op straat begeven. Maar in de stilte van de avond kan men ook uit eigen tuin meeluisteren. Tijdens dit concert wordt allerlei muziek gespeeld die met de avond te maken heeft, zoals Avond van Boudewijn de Groot, het Nunc Dimittis, Clocks, Gute Nacht Freunde en nog veel meer. Het concert eindigt om 19.30 want ook de beiaardier moet op tijd weer binnen zijn.