kasteel Blodenburg

Kasteel Blodenburg stond aan de westzijde tussen Zierikzee en het verdronken dorp Borrendamme vermoedelijk langs de Kauwensweg en werd vermeld tijdens het beleg van Zierikzee door de Vlaamse troepen onder leiding van Gwijde van Namen in 1303 en 1304. Zijn funderingen kwamen kort na de wereldoorlog 1914-1918 voor de dag, toen langs de Kauwensweg een perceel weiland werd geëgaliseerd. Tijdens die werkzaamheden kwamen tevens twee prachtig gebeeldhouwde zandstenen leeuwen, ter grootte van ongeveer 40 cm, tevoorschijn. Deze hebben vermoedelijk eens de toegang tot het kasteel versierd. Bij deze gelegenheid werd verzuimd de funderingen op te meten en in kaart te brengen.


EERSTE  VERMELDING

In de Kroniek van een Nederlands schrijver Melis Stoke (1235-1305) wordt kasteel Blodenburg (Blodëboerch, Blodemborsch, Blodenborch) voor het eerst genoemd. Stoke was een klerk in dienst van Floris V. Mogelijk was hij een monnik, omdat de lees- en schrijfkunst destijds hoofdzakelijk in kloosters werd onderwezen.

Stoke schreef vanaf 1290 in het Middelnederlands een kroniek op rijm over het graafschap Holland. Een van zijn werken, een van de eerste boeken in het Nederlands, heet Rijmkroniek. Daarin staat het verhaal over de moord op Floris V. Stoke baseerde zich op geschreven bronnen, getuigenverklaringen en eigen waarnemingen. Ook schreef hij over een zekere Hobuck, die in de grafelijke rekeningen Hoobuut Hellecopszoon wordt genoemd, en die zou wonen tussen Zierikzee en Borrendamme. In latere rekeningen komt de naam Hellesop nog dikwijls voor.

In 1297, gaf Graaf Jan I aan een zekere Hildecope Hobuxsone het veer van 'Bordendamme', onder voorwaarde dat hij alle lieden van 's Gravensdienst gratis moest overvaren.

VERNIETINGING KASTEEL

Over het beleg van Zierikzee door de Vlamingen in 1303 schreef Stroke (10885)

"Ente porters van Sirixe

Streken uut ten selven stonden

Te Blodenborch, daer si vonden

Luden de hem ter were setten

Si liepen toe sonder letten

Ende woeden over de gracht,

Ende vochter an met zulker cracht,

Dat si boden, al wasr scande,

Diere op waren hare hande.

De porters woudse niet ontfaen:

Haers dancs souder niet een ontgaen;

Si hadden hem so lede ghedaen.

Ten lesten eist also vergaen.".


Vertaald:

"En de poorters van Sirixe

Ze stonden op dezelfde plek

Bij Blodenborch, waar ze

mensen aantroffen die hem in de gaten hielden

Ze renden op hem af zonder op te letten

En raasden over de gracht,

En vochten met zoveel geweld,

Dat ze boodschappers waren, zelfs tijdens een belegering,

Ze lagen aan hun voeten.

De poorters mochten hen niet zien:

Geen van hen zou aan hun dans ontsnappen;

Ze hadden het zo snel gedaan.

Uiteindelijk kwamen ook zij om."

In dit rijm gaat het om de aanval die de poorters van Zierikzee op 10 maart 1304 uitvoerden op het omgrachte kasteel Blodenburg. Zierikzee werd op dat moment belegerd door de Vlamingen, die het kasteel gebruikten als hun basis. De poorters van Zierikzee deden een uitval en wisten het kasteel in te nemen; ze brachten alle verdedigers – aanhangers van Jan van Renesse – om het leven. Mogelijk is het kasteel ook door de aanvallers verwoest.

Hobuck die Vlaamsgezind was geworden, was met zijn Blodenburg een belangrijk steunpunt voor de aanvallers. De Zierikzeese poorters verschaften zich toegang tot het kasteel en vochten met grote verbittering tegen eigen landgenoten en misschien ook tegen de Vlamingen, die er zich in hadden genesteld.

De volgende dag deden zij een uitval naar Blodenburg om het vernietigingswerk van de vorige dag af te maken.


GESLACHT HELLECOP

Verschillende namen worden gebruikt: Heldecope Hoebuyx' sone, Hobuck, Hoobuut Hellecopszoon, Huis van Hobuck.

Het waren grootgrondbezitters in het Quaalambacht, een naam die later werd verwisseld voor Poortambacht. De verbasterde naam Koolweg herinnert hier nog aan. Maar van het huis der familie Hellecop wordt nooit meer iets vernomen, hoewel over het geslacht en de bezittingen in het Quaalambacht nog wel ter sprake komen.


LIGGING KASTEEL BLODENBURG

Waarschijnlijk is de Blodenburg gebouwd in de 13e eeuw door de heren van het Quaalambacht.

De exacte locatie van Blodenburg is niet bekend. Blodenburg was gelegen tussen Zierikzee en het verdronken dorp Borrendamme, in het Quaalambacht, in het gebied Rodee. (zuidkust bij Zierikzee). Borrendamme was met Zierikzee verbonden door de Borrendamschenweg (Miereweg). Gezien het feit dat de naam Blodenburg het naamdeel 'burg' bevat, lijkt verwezen te worden naar een stenen huis.


Op basis van gegevens in het Zeeuws Archeologisch Archief zou het hier gaan om een omgracht kasteel, waarvan de funderingen zijn aangetroffen kort na de wereldoorlog 1914-1918 toen langs de Kauwensweg een perceel weiland werd geëgaliseerd. Tijdens die werkzaamheden kwamen tevens twee prachtig gebeeldhouwde zandstenen leeuwen tevoorschijn, ter grootte van ongeveer 40 cm, die vermoedelijk eens de toegang tot het kasteel hebben versierd. Tijdens deze werkzaamheden zouden resten van het kasteel ernstig zijn aangetast. Bij deze gelegenheid werd verzuimd de funderingen op te meten en in kaart te brengen.


In 2009 werd door SOB Research Instituut voor Archeologisch en Aardkundig Onderzoek een verkennend booronderzoek uitgevoerd ten behoeve van een aantal deelgebieden direct ten oosten van het onderzoeksgebied (Cauwers Inlaag) ivm de aanleg Karrenvelden en Vogeleiland Cauwers Inlaag Zierikzee 2010. Er werd ter plaatse van het vermeende kasteel geboord. Tijdens het veldonderzoek werden echter geen duidelijke aanwijzingen aangetroffen die konden worden gerelateerd aan dit kasteel. Booronderzoeken zijn streekproeven waardoor archeologische sporen in cultuurlagen altijd 'gemist' kunnen worden. Het lijkt ook niet waarschijnlijk dat hier in de Late Middeleeuwen een kasteel zou zijn gebouwd, omdat men eerder een kreekrug zou hebben gekozen.


Inmiddels is het gebied waarin het weiland, (en waar de twee gebeeldhouwde zandstenen leeuwen zijn gevonden) lag een prachtig natuurgebied geworden en zijn de Kauwensweg en Krengeweg verwijderd. In 1895 waren de Kauwensweg, de Hellecorpsweg of Krengeweg daar nog wel te vinden.

In 1991 werd in de wijk Poortambacht en dan met name het deel tussen de Levensstrijdweg en de Boerenweg de Nunnenplaat aangelegd. Deze straat is gelegen aan het eind van de wijk tegen het natuurgebied aan. Ter afscherming van deze wijk werd een wal, een windvang (Slingerbos), aangelegd met daarop een wandelpad (voetpad). 

Ter hoogte van de vindplaats van de twee leeuwtjes en dus mogelijk ook de locatie van kasteel Blodenburg werd een uitkijkpunt over dit natuurgebied aangelegd. Je kunt hier heerlijk zitten en genieten van de rust, stilte en natuur (en wellicht terugdenken aan de tijd van opkomst en ondergang van de familie Hellecop en hun kasteel Blodenburg).


Er is in Zierikzee niet veel meer wat herinnert aan kasteel Blodenburg, enkel een mogelijk verbasterde naam 'Rodanborgh' op de gevel van de woning aan de Scheepstimmerdijk? (de Huijbertstraat 50).


ZIE OOK

- Borrendamme, het verdronken dorp



LOCATIE

Het voetpad langs het natuurgebied is bereikbaar:
- Vanaf de Zandkreekstraat. Daar ligt rechts parallel aan de Levensstrijdweg het begin van het voetpad. 

- Vanaf de Boerenweg is dit voetpad ook te vinden. Neem de ingang van de Boerenweg vanaf de Grevelingenstraat. (Niet vanaf de Laan van St, Hilaire). Dit is een doodlopende weg. Aan het eind van de bebouwing van de wijk Poortambracht staat aan de linkerzijde van de Boerenweg een bruin hek. Ga daar voorbij en rechtsaf het voetpad op.



pagina aangemaakt: 29-07-2025

laatst gewijzigd: 01-08-2025