'de Roompot'
Op 25 september 1852 vertrok de het houten driemastfregat Oostindiëvaarder 'De Roompot' vanuit de haven van Zierikzee voor een reis van meer dan een half jaar naar de Indische Archipel.
'De Roompot' was 10 jaar eerder op de scheepswerf "de goede Intentie" gebouwd voor rekening van rederij De Crane in Zierikzee.
Het schip van 719 ton was onder de waterlijn volledig beslagen met koperen plaat tegen de boormossels.
De 22 koppige bemanning die voor deze lange reis waren aangemonsterd stonden onder bevel van kapitein De Boer.
De reis verliep voorspoedig zodat 'De Roompot' op 4 februari 1853 kon aanmeren in Akiab (het huidige Sittwe), een havenplaats gelegen op een eiland voor de westkust van Birma. De volgende dagen wordt het ruim volgestouwd met een lading rijst die een totaal gewicht heeft van 500 lasten. Op 20 februari 1853 werd door kapitein De boer het bevel gegeven het anker op te trekken en vertrok het schip voor een lange en gevaarlijke terugreis.
GESTRAND!
'De Roompot' kreeg tijdens de terugreis met slecht weer te maken en er moest dan ook regelmatig aan de lenspompen gewerkt worden om het schip een redelijke vaart te laten behouden. In die omstandigheden kwam op 27 juni het Engelse Dartmouth in zicht. De volgende dag kwam de Vlissingse loodskotter nr. 2 langszij gevaren en meldde dat hij geen volwaardige loodsen meer aan boord had en zette daarom de loodsleerlingen Cornelis Dekker en Martinus Engels aan boord.
Kort na de middag op 29 juni kwam de toren van Westkapelle in zicht. Enige tijd later stootte het schip onverwacht met een verschrikkelijke kracht tegen een zandbank. Het schip maakte dadelijk veel water en Kapitein de Boer gaf bevel een sloep te strijken waarin acht bemanningsleden een plaats vonden. Omdat de toestand aan boord met de minuut slechter werd liet de Kapitein zich overtuigen om in de tweede sloep plaats te nemen. Deze sloep werd echter door metershoge golven omgedraaid waarbij drie opvarenden de dood vonden waaronder de scheepsdokter. De anderen waaronder de Kapitein konden met veel moeite terug aan boord klimmen en met de werkboot de wal bereiken.
GEZONKEN IN DE ROOMPOT
Vanuit hun uitkijkpost op de lange Jan in Middelburg zagen de torenwachters Wezepoel en Landman dat het schip bij vloed weer vlot kwam en de geul van de Roompot binnendreef. Verscheidene vissers zagen het wrak voorbijdriften en enkele gingen zelfs aan boord en lieten het schip ten anker voor het Veerse gat waar het enige tijd later langzaam wegzonk. Op 30 juni waren de masten nog boven water te zien vanop de lange Jan in Middelburg, een dag later waren ook deze voorgoed onder water verdwenen.
De Roompot was na jarenlange omzwervingen over de wereldzeëen gezonken in de vaargeul met dezelfde naam op enkele mijlen van zijn thuishaven.
DE ONTDEKKING
Het is vandaag 15 augustus 1992 en ik ben met mijn boot geankerd boven een obstakel op een aantal zeemijlen van Westkapelle. Zoals dikwijls gebeurde heb ik de positie van dit obstakel gekregen van een visser en zou er zich het wrak bevinden van de Cristina (een visserschip).
Tijdens de afdaling aan de ankerkoord is de stroming nog voelbaar aanwezig en is de zichtbaarheid nauwelijks enkele tientallen centimeter. Op een diepte van twintig meter beland ik op de zeebodem waar ik enkele houten balken kan waarnemen tussen het zand. De duikomstandigheden zijn echter zo slecht dat ik het besluit neem om niet van het ankerkoord weg te gaan.
Ik kijk nog even rond mij en ontdek een zwarte glazen fles tussen de houten balken. Boven op de boot zie ik dat de fles handgeblazen is en besluit ik om een tweede duik op het wrak te maken.
Een tij later is de zichtbaarheid op het wrak nog even slecht, ik heb echter geluk dat het anker op een goede plaats is gevallen op het wrak. Wanneer ik beneden kom bevind ik mij tussen wijnflessen van verschillende vormen, een koperen roeper en een porseleinen gemberpot (links).Tussen al deze voorwerpen ontdek ik een gouden ring met de initialen PJB. Al deze aanwijzingen doen mij vermoeden dat het om een maagdelijk wrak gaat. Om echter de naam van het schip te achterhalen is het noodzakelijk om een voorwerp te vinden met de naam van de rederij of het schip erop.
Na een slapeloze nacht is de spanning te snijden voor de duik. Terwijl ik afdaal, zie ik dat de zichtbaarheid toch iets beter is dan de dag ervoor, op het wrak is het anker achter een houten balk gehaakt, maar voor de rest is er niets dan zand. Ik maak mijn reel vast aan het ankerkoord en zwem een eindje weg. Op een tiental meter van het ankerkoord ontdek ik een halfronde vorm in het zand.
Dadelijk voel ik met mijn handen verder en wanneer ik het voorwerp met enige moeite uit het zand trek ligt voor mij een prachtige scheepsbel (rechts) met de naam DE ROOMPOTerop.
BESCHERMD MONUMENT
Het wrak werd kort na de ontdekking geregistreerd bij het NISA (nationaal instituut voor scheepsarcheologie) in Nederland en is nu een beschermd monument.
In de loop der jaren werden er een aantal voorwerpen van het wrak geborgen die waarschijnlijk een plaats zullen krijgen in het scheepvaartmuseum van Zierikzee.
Tot mijn grote verbazing ontdekten we dit jaar een ijzeren kanon op het achterschip terwijl er steeds aangenomen werd dat er zich geen zware bewapening aan boord bevond.
Op het wrak duiken is toegelaten, het is echter strikt verboden er iets van weg te nemen. Het wrak bevind zich op een diepte tussen de 18 en de 25 m en is noord-zuid gelegen (boeg-achterschip). De boeg steekt nog zeker 5m uit het zand en is het beste zichtbaar. Het achterschip is ook nog herkenbaar aan de roerbalk. Ook de lading rijst in balen is nog grotendeels aanwezig.
DE DIEFSTAL
Jaren na het ontdekken van het wrak komt er nog steeds meer info uit de archieven aangaande de Roompot. Zo ontdekte een zekere Mr Schwartz het volgende:
Kapitein Hendrik De Boer van DE ROOMPOT liep drie maanden na de schipbreuk over de markt in Zierikzee en bleef geïnteresseerd staan bij een kraam dat enkele navigatie-instrumenten te koop aanbood.
Groot was echter zijn verbazing wanneer hij zijn eigen scheepskijker, kompas en sextant herkende.
Dadelijk deed hij aangifte bij de politie en uit de rechtszaak bleek dat na de eerste stranding de loods Bernardus Taberne aan boord van De Roompot was gegaan en de instrumenten ontvreemd had.
De Roompot, 02/07/2002.
Text en foto’s: Vic Verlinden
afkomstig van The Wrecksite
Het driemastschip de Roompot:
De Roompot is gebouwd op een werf in Zierikzee in de periode 1841-’44. Over de geschiedenis van schip en ondergang is historisch het een en ander bekend. In 1992 of ’93 kwam bij de Afdeling Archeologie Onderwater in Alphen de melding binnen, dat het wrak was teruggevonden. De scheepsbel met naam en datum waren geborgen. Het schip werd beschreven als helemaal compleet. In de jaren sindsdien druppelden ook andere geluiden binnen over de compleetheid, maar ook over verval. In 2003 heeft Arent Vos (hoofd duikteam) er een verkennende duik gemaakt. Conclusie: ‘Ik heb in het werk onder water nog nooit zo’n compleet archeologisch wrak gezien. Tevens is wel duidelijk, dat het hard achteruit gaat.’ Volgens de locale, duikende amateur-archeoloog Dries van Weenen, met wie Arent toen dook, was de toestand van het wrak nog weer verder achteruit gegaan dan hij het kende.
bron: EACM De Roompot
Onderzoek bevestigt bestaan wrak Roompot
Het duikteam van het (Nisa) verrichtte afgelopen zomer (2005) onderzoek naar De Roompot. Doel van de expeditie was honderd procent zekerheid te krijgen over de identiteit en herkomst van het wrak, dat op ongeveer twintig meter diepte in de zandbodem ligt.
Hoewel het wetenschappelijk onderzoek nog niet geheel is afgerond, wijst al het materiaal in de veronderstelde richting, zegt Vos. Hij baseert zich met name op jaarringenonderzoek in zes balken die mee naar boven zijn genomen. Drie monsters hebben tot dusver ook daadwerkelijk een datering opgeleverd, waarvan bij een specifiek kon worden aangetoond dat de kapsteken in het hout van na 1830 zijn. Het Nisa heeft nog één balk over, aan de hand waarvan wordt geprobeerd nog strikter in de buurt te komen bij de gedocumenteerde bouwperiode van De Roompot tussen 1841 en 1844 in Zierikzee. Onder de spullen die in het wrak werden gevonden, bevindt zich een redelijk gaaf dubbelzijdig, houten schaak- en dambord (links).
bron: PZC 09-02-2006
Vrees voor teloorgang VOC-wrak
Volgens Vos is het wrak, en de spullen die Nisa voor onderzoek boven water heeft gebracht, meer dan de moeite waard om te conserveren voor het nageslacht. Hij wil het schip afdekken met een fijnmazig net, zodat het is beschermd tegen verder verval door sterke stroming, stropers en sleepnetten. Het onder het ministerie van VWC vallende instituut heeft daarvoor echter geen budget en dreigt bovendien door een ingrijpende reorganisatie buitenspel te worden gezet, aldus Vos.
Afwijzend
Nisa heeft daarnaast attributen uit De Roompot aangeboden aan het Maritiem Museum in Zierikzee, maar de gemeente Schouwen-Duiveland heeft tot dusver afwijzend gereageerd. „En dan nog alleen via de krant. Officieel heb ik niets meer gehoord naar aanleiding van mijn telefoontjes“, zegt Vos. Ook daar is de voornaamste reden: ’geen geld en geen ruimte’.
Vos vreest voor het behoud van het wrak wanneer verdere actie uitblijft. Hij zou graag zien dat de provincie in het gat springt wat dreigt te ontstaan. De inmiddels in de Waddenzee beproefde afdekmethode vergt een investering van maximaal veertigduizend euro. Voor dat geld kan verder verval voor de eerstkomende twintig tot dertig jaar worden tegengegaan, verwacht Vos. Dat schept bovendien mogelijkheden in een latere periode nader onderzoek te verrichten naar scheepsbouwtechnische constructie.
Bouwtekeningen van VOC-schepen bestaan er nauwelijks meer. Volgens Vos valt er vooral op dat punt nog veel van De Roompot te leren. Hoewel het schip ten opzichte van de situatie bij de ontdekking in 1992 grotendeels uit elkaar is gevallen, zijn er nog veel details behouden gebleven. Die maken een reconstructie van de gebruikte technieken goed mogelijk. Voor een deel is het Nisa-duikteam daar bij het locatie-onderzoek vorig jaar al in geslaagd. „Maar als er verder niets gebeurd, ben ik bang dat er in het huidige tempo over nog eens tien jaar minder dan de helft van het wrak over is.“
Gedeputeerde H. van Waveren (cultuur) is bereid te kijken of hij iets kan doen met de noodkreet van Vos, zei hij gisteren in een reactie. Hij vindt het overigens vreemd dat Nisa niet gelijk een formeel verzoek om financiële steun bij de provincie heeft neergelegd. Van Waveren weet van de samenvoeging van de Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek (waartoe ook het in Lelystad gevestigde Nisa hoort) en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg tot één nieuwe organisatie per 1 maart, maar heeft van de staatssecretaris altijd begrepen dat het Nisa onder die nieuwe paraplu overeind zou blijven.
Geschiedenis
Wanneer het duikonderzoek straks inderdaad aan het bedrijfsleven zou worden uitbesteed, zoals Vos als mogelijkheid aangeeft, dan vreest de gedeputeerde mét hem voor het verlies aan kwaliteit en de frequentie van de archeologische verkenningen onder water. Veel van de (Zeeuwse) geschiedenis ligt immers op de zeebodem, beseft Van Waveren. Hij benadrukt evenwel dat het niet de bedoeling kan zijn dat de belanghebbende provincies deze rijkstaak automatisch overnemen, omdat het onderzoek anders blijft liggen. Van Waveren hecht aan behoud van de aanwezige expertise bij Nisa en zegt dat nog eens nadrukkelijk onder de aandacht van de staatssecretaris te zullen brengen.