JOHAN DE KANTER PHILZ. (1762-1841)

Hoewel nu bijna vergeten, was hij op het eind van de achttiende eeuw een bekende Zeeuw. Hij was notaris, wiskundige, geschiedschrijver en lector. Zijn leven was niet in alle opzichten gemakkelijk en dat had hij ten dele te danken aan de pllitieke omstandigheden. Op latere leeftijd kwam hij in rustiger vaarwater en droeg hij het zijne bij tot de ontwikkeling van Zeeland en zijn inwoners. Zijn naam: Johan de Kanter.

Johan de Kanter werd op 21 juli 1762 in Wissenkerke geboren waar zijn vader predikant was. Hij was de oudste zoon van Philippus de Kanter, telg uit een Zierikzeese familie waarvan de leden generarties achter elkaar in Zierikzee woonden en werkten. Na de dood van zijn vader verhuisde de toen 10-jarige Johan naar Zierikzee. Hij volgde de Latijnse school en promoveerde in 1780 naar de universiteit. Ongetwijfeld was het een diep verlangen zich met wetenschap te gaan bezighouden, maar helaas voor hem kwam het daartoe niet. Johan schikte zich naar de wens van zijn voogd, zijn oom en notaris Willem Houwer, en werd eveneens notaris. Johan trouwde met zijn nichtje en na haar overlijden met een kleindochter van de Zierikzeese geneeskundige Job Baster. Vooral door zelfstudie maakte hij kennis met de wiskunde en stereometrie en werd een verdienstelijk amateurwetenschapper. In politiek opzicht behoorde hij tot de partij van de patriotten. Toen het in 1787 tot extreme onlusten kwam tussen deze partij en de Prinsgezinden werd ook het huis van Johan de Kanter -thans Schuithaven 6- geplunderd. Ruim honderd jaar later waren de veertjes uit de opengesneden kussens nog te vinden tussen de notariele akten. Een deel van de patriotten nam de wijk naar elders maar de krappe beurs van Johan bood daarvoor niet de gelegenheid. Zijn zaken als notaris leden eronder. Deze omstandigheid bracht met zich mee dat Johan tijd kreeg voor verdere studie. Hij breidde die uit tot de geschiedenis van zijn woonplaats.



Dit werk resulteerde in de verschijning van de `Chronijk van Zierikzee` in 1794. Het was naar de trant van de tijd, een overzichtswerk van de geschiedenis met aandacht voor gebouwen en de beroemde zonen van de stad. Reeds in 1795 verscheen een tweede druk. Opmerkelijk was dat het boek ruim viermaal zo dik was geworden en nu 477 pagina´s telde. Kon De Kanter zich in 1794 nog maar zeer beperkt uitlaten over de onlusten van 1787 en 1788, na de omwenteling van 1795 als gevolg van de komst van de Fransen, belette hem niets meer om de toedracht zeer omstandig uit de doeken te doen en daarmee revanche te nemen op zijn politieke tegenstanders. Links een aantal van zijn publicaties uit de bibliotheek van het Gemeentearchief Schouwen-Duiveland. (foto Dirk-Jan Gjeltema)De verandering van het politieke klimaat bracht geen wijziging mee in zijn persoonlijke omstandigheden. Het notariaat en andere werkzaamheden bezorgden hem een karig inkomen. Daarom was het voor hem een uitkomst dat hij in 1799 naar Middelburg kon vertrekken om daar lector in de natuurkunde te worden voor het natuurkundig gezelschap. Ook gaf hij er privaatles in onder meer geometrie, wiskunde, sterrenkunde en stuurmanskunst. Hij was actief als vertaler van Franstalige werken, want die taal beheerste hij uitstekend. In Middelburg rees zijn ster en vond hij bekroning voor zijn verdiensten. Zo werd hij in 1806 secretaris van het Zeeuwse Genootschap der Wetenschappen en in 1807 lector van de Illustre school. Maar al die baantjes gaven hem weinig inkomsten. En dat goldt ook voor de aangroeiende stroom van publicaties van zijn hand. Aan die zorgen kwam een einde toen hij werd aangesteld als ambtenaar bij de rechtbank. In 1814 volgde zijn benoeming tot commies op de provinciale griffie. Die baan heeft hij vervuld tot 1835 toen hij 72 jaar was. Op 23 september 1841 overleed Johan de Kanter Phz.