demping Oude Haven

Honderd jaar geleden werd begonnen met het dempen van een deel van de Oude Haven in Zierikzee. Het ging om het gedeelte waar nu het Havenplein ligt. Daarmee veranderde het centrum van de stad op ingrijpende wijze.

Zierikzee dankt zijn ontstaan aan een kreek, de Ee, waarlangs zich een nederzetting vormde. Bij de Dam werd de kreek afgedamd. De dijken langs de kreek werden herschapen in kaden. Het restant van de kreek laat zich herkennen in de Oude Haven en het aansluitende gedeelte tussen de Scheepstimmerdijk en de Vissersdijk naar het gemaal ’t Sas. Even verderop, waar nu de Rijksweg loopt, mondde de Ee uit in de Gouwe, het water dat Schouwen tot 1610 van Duiveland scheidde.

De haven had een zijtak gekregen, die via de Mol naar de Schuithaven liep en verder in noordelijke richting waar deze uitkwam in de stadsgracht. Op de overgang van de Mol, de Dam en de Schuithaven liep het water onder de straat door. In 2017 werd bij de rioleringswerkzaamheden het gewelf ervan blootgelegd. Bij deze kruising stond een gebouwtje met daarin een spuisluis. Bij vloed werd de sluis geopend zodat het achterliggende deel vol kon lopen. Bij eb kon worden gespuid om de haven op diepte te houden. Om het effect te vergroten lag daar een mol of krabbelaar, een vaartuig met aan de onderkant haken waarmee de bodem werd losgewoeld. In het Stadhuismuseum is een model aanwezig.

Over de haven lagen drie bruggen, het nog bestaande Witte bruggetje tussen de Noord- en Zuidhavenpoort, een houten brug bij het Kraanplein en een brede, stenen brug tegenover de Gasthuiskerk. Deze brug dateerde van omstreeks 1430 en had een houten voorganger. De brug fungeerde lang als een centrale plaats waar bijvoorbeeld afkondigingen plaatsvonden. Vanwege de slechte staat van de kademuren, de omstandigheid dat van de haven aan weerszijden van de Stenen- of Bredebrug nauwelijks gebruik werd gemaakt en het slib, dat vaak droog lag, een vieze lucht verspreidde, werd na het midden van de negentiende eeuw de roep om tot demping over te gaan steeds luider. Na veel discussie besloot de gemeenteraad op 26 mei 1871 om een deel van de Oude Haven te dempen en het restant van de Oude Haven en de Nieuwe Haven uit te diepen. Even werd nog overwogen ook het deel waar nu het Havenpark ligt te dempen, maar daarvan werd afgezien. Dat laatste besluit werd met een krappe meerderheid genomen. De stemverhouding in de gemeenteraad was zes voor en zeven tegen demping.


Tot de werkzaamheden behoorden ook het dempen van de Molsluis en Schuithaven en het uitdiepen van de Zwemhaven, die lag tussen de Schuithaven en de stadsgracht. Verder het uitdiepen van de Zoute gracht, die lag tussen de Nobelpoort en een stenen beer voor de Zuidwellebrug. Deze stenen beer, een gemetselde muur, werd gedeeltelijk weggebroken zodat de verbinding met de aansluitende gracht, toen aangeduid als de Brakke gracht, die liep naar de Westhavendijk, werd hersteld. Het werk werd in twee gedeelten aanbesteed. Met het slib van het uitdiepen vonden de dempingen plaats hetgeen vanwege de stank voor nieuwe overlast zorgde. In de te dempen delen werden rioolbuizen gelegd, met in het deel van de Oude Haven twee brandputten. Begin 1872 werd begonnen, in februari vond de afbraak van de Stenenbrug plaats. Nog datzelfde jaar kwamen de werkzaamheden gereed. De demping van de Oude Haven strekte zich uit tot waar later, in 1907, de muziektent werd geplaatst. Daar werd een muur gebouwd als afscheiding. Die werd in 1891 afgebroken toen het aansluitende deel, waar nu het Havenpark ligt, alsnog werd gedempt.

Huib Uil



artikel geplaatst: 14-02-2022

Laatst gewijzigd: 14-02-2022